Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Pieter van DAM

betekenis & definitie

(Amersfoort 8 Oct. 1621 Amsterdam 17 Mei 1706), gepromoveerd te Leiden in 1644, advocaat van de Oostindische Compagnie van 1652 tot zijn dood en auteur van de op last van H.H. Zeventienen samengestelde, in 1701 afgeleverde Beschryvinge van de Oostindische Compagnie, 5 boeken in 8 dln, waarvan het vijfde boek is verloren gegaan en boek 1 -3 (in 6 dln) in ’s Rijks Geschiedkundige Publicatiën (dl 63, 68, 74, 76, 83, 87, ’s-Gravenhage ig27-’43) door dr F.

W. Stapel zijn uitgegeven en een van de belangrijkste bronnen vormt voor de kennis van het bestel van de Compagnie. Het werk is benut door G. C.

Klerk de Reus in zijn Geschichtlicher Ueberblick der administrativen, rechtlichen und finanziellen Entwicklung der Nied. 0. I. Compagnie (Verhand. Bat.

Gen., 47, 1894).Lit.: W. E. van Dam v. Isselt, Mr. P. v.

D., in: Bijdr. v. vad. gesch. en oud.kunde IV, 5 (1906).

< >