Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Pieter ERBERFELT

betekenis & definitie

ook geschreven Erberveld (Batavia, ged. 4 Nov. 1671 - 22 Apr. 1722), was de zoon van Pieter Erberfelt en een Siamese Christenvrouw, Elisabeth Cornelis. De vader, Duitser van origine, was een welgesteld leerlooier, en o.m. vice-president van heemraden en ritmeester van de burgercavalerie.

Pieter jr, gewoonlijk als „mixties burger” aangeduid, en vanwege zijn gemengd bloed al niet zeer gezien, had van zijn vader een landgoed geërfd, dat grensde aan Leenhof, het bekende huis van de gouverneur-generaal Zwaardecroon. Deze wilde zijn „tuyn” afronden, maar Erberfelt weigerde zijn erfgoed te verkopen, waardoor hij zich de haat van de lichtgeraakte Zwaardecroon op de hals haalde. Dit heeft hem veel kwaad gedaan. Bij de regeling van de nalatenschap van zijn vader, die in 1696 overleed, was Pieter bovendien naar zijn overtuiging door de regering ernstig benadeeld. Begrijpelijkerwijze koesterde hij door een en ander een wrok tegen de autoriteiten.Eind Dec. 1721 kreeg de regering bericht, dat Erberfelt aan het hoofd zou staan van een samenzwering, die ten doel had alle Europeanen te vermoorden. Zijn voornaamste steun was de Javaan Kartadria, die zich de medewerking van vele inheemsen, ook slaven, had weten te verwerven en zelfs onderhandelingen had aangeknoopt met malcontenten in Oost-Java. Op Nieuwjaarsdag 1722 zou de opstand beginnen, maar kort te voren kreeg de regering er bericht van. Erberfelt en een aantal van zijn aanhangers werden gevangen genomen en op de pijnbank door schepenen verhoord. Het resultaat was kort daarna dat 19 personen, onder wie Erberfelt, op gruwelijke wijze werden ter dood gebracht. Het huis van deze laatste werd gesloopt en op het erf een gedenkteken geplaatst, met het skelet van Erberfelt’s hoofd, aan een lanspunt geprikt, van welke merkwaardige „gedagtenisse” een foto voorkomt in: F. W. Stapel, Geschied, van Ned. Indië, pag. 134), waarop in het Hollands en Javaans een inschrift, dat verbood „te deeser plaatse te bouwen, timmeren, metselen off planten, nu ofte ten enigen daage”. Deze „gedagtenisse” is eerst tijdens de Japanse bezetting opgeruimd. Men is thans wel overtuigd, dat de samenzwering op zijn minst sterk is overdreven en dat persoonlijke wrok er een belangrijke rol in heeft gespeeld.

DR F. W. STAPEL

Lit.: L. W. G. de Roo, De conspiratie van 1721 in: Tdschr. Batav. Gen. XV (1866).. blz. 362-397; F. de Haan, in: Priangan I (1910), blz. 210-211; ibid. III (1912), blz. 472-476.

< >