Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Pieter de HOOGH

betekenis & definitie

(of Hooch), Nederlands schilder (Rotterdam ged. 20 Dec. 1629 - Amsterdam 1684 of kort daarna), leerling van Nic. Berchem.

In 1653 was hij in dienst van een koopman Justus de la Grange te Delft, als „schilder en knecht”. In 1655 werd hij lid van het Sint Lucasgilde aldaar. Ca tien jaar later woonde hij in Amsterdam. Het karakter van het landschap van zijn eerste werken (sinds 1924 bekend) stemt geheel overeen met dat bij Berchem. Daarna kennen wij van hem breed geschilderde soldatenwachtkamers, in krachtige kleuren, doch wat slordig getekend. Stilistisch is er enige verwantschap met het werk van Rembrandt en zijn leerlingen tussen 1640 en 1650.

Te Delft ontstonden tussen 1655 en 1665 De Hoogh’s meesterwerken in wedijver met Jan Vermeer. Aanvankelijk hebben zij een gouden toon en overheersen de rode en roodbruine kleuren (verwantschap met Nicolaes Maes), later wordt de toon meer zilverachtig en zijn de kleuren vaak wit en blauw (invloed van Vermeer). Na 1665 schilderde De Hoogh, toegevend aan de smaak van zijn tijd, meer prachtvertrekken en rijke costuums, doch zijn kunst werd toen steeds minder. Typisch voor zijn interieurs zijn de „doorkijkjes” in een volgend vertrek of naar buiten. Meesterlijk zijn de rustige stemming en het warme licht in zijn werken weergegeven. Meesterwerken van zijn hand bezit o.a. het Rijksmuseum te Amsterdam.Lit.: G. Hofstede de Groot, Beschreibendes u. krit. Verzeichnis d. Werke d. hervorragendsten holländischen Maler (dl I, 1907); W. von Bode, Die Meister der holland, und vläm. Malerschulen (Leipzig 1923); Arthur de Rudder, P. de H. et son ceuvre (Bruxelles 1914); C. H.

Collins Baker, P. de H. (London 1925); W. R. Valentiner, P. de H. (in de,,Klassiker der Kunst”, 1929); F. v. Thienen, P. de H'. (Amsterdam 1945, Paletserie).

< >