Nederlands politicus (Dordrecht 11 Mrt 1812 - ’s-Gravenhage 19 Mei 1887), lid der Tweede Kamer en minister, studeerde te Luik en Leiden in de rechten, promoveerde in 1835 en werd leerling en ijverig aanhanger van Thorbecke*. In zijn geboorteplaats was hij eerst verbonden aan de Dordtsche Courant en sinds 1848 lid van een scheepsrederij.
Hij heeft van I850-’53, i86o-’66, 1868’71 en I872-’87 zitting gehad in de Tweede Kamer en in 1871 werd hij minister van Financiën in het 3de ministerie-Thorbecke. Hij bracht hier de verdere doorvoering van het systeem van vrijhandel, maar zijn wet op de inkomstenbelasting werd verworpen, wat voor het gehele ministerie reden tot ontslag was (1872). Hij was bovendien van 1854 af lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland.In de parlementaire geschiedenis is zijn naam vooral bekend gebleven door de „motie-Blussé”, ingediend nadat het ministerie-Van Zuylen-Heemskerk (1866-’68) de Tweede Kamer ten tweeden male had ontbonden. De motie, aangenomen 23 Mrt 1868, sprak uit, dat geen landsbelang de ontbinding had gevorderd.