(Anet Marie) (Girauld), Frans letterkundige en historicus (Ambert, Puy-de-Dôme, 15 Dec. 1859 - Parijs 31 Jan. 1936), werd lector aan de Ecole des Hautes Etudes, in 1892 conservator aan het museum en kasteel van Versailles. Na 1920 was hij directeur van het Musée Jacquemart-André te Parijs.
Na studie in Italië debuteerde hij als historicus van het humanisme met Pétrarque et l’humanisme (diss. 1892). Later bestudeerde hij vooral de geschiedenis van Versailles en zijn bewoners. Zijn gedichten, waarin hij vooral zijn liefde uitspreekt voor het Italië van de Oudheid en de Renaissance, behoren naar de vorm tot de Ecole Parnassienne (z Parnassiens).Bibl.: Erasme en Italie (1888); La Reine Marie Antoinette (1889); Marie Antoinette à Trianon (1893); Marie Antoinette, dauphine (1896) ; Le Château de Versailles sous Louis XV (1898) ; Louis XV et Marie Lesczinska (1901); Louis XV et Madame de Pompadour (1904) ; J. M. Nattier (1905) ; Ronsard et l’Humanisme (1921) ; Versailles et la Cour de France 1926; Autour de la Reine (1929); La Vie et l’Œuvre de M. Quentin de la Tour (1930) ; L’art à Versailles (1931); Poèmes de France et d’Italie (éd. déf. 1925); Le Rameau d’or (1933).
Lit.: M. Levaillant, P. de N. (1928); A. Pératé, P. de N. 1859-1936 (Rev. de l’Hist. de Versailles, t. 38).
