Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Petrus johannes beronicius

betekenis & definitie

(? - Middelburg 1673) was schoorsteenveger en scharenslijper; met zekerheid is omtrent hem alleen bekend, dat hij 24 Febr. 1673 op het Oud Kerkhof te Middelburg onder de naam „Pieter Josephus Bernitius” werd begraven. Na zijn dood werd hij het slachtoffer van een merkwaardige mystificatie.

In 1673 verscheen te Amsterdam nl. onder het pseudoniem N. Autoptes het werk Georgarchantomachia, waarin in burleske Latijnse verzen de aanval der Walcherse boeren op Middelburg in 1672 werd beschreven en lustig de draak werd gestoken met verschillende achtbare Middelburgers (dit werk is practisch onvindbaar; zonder plaats en jaar verscheen daarna een uitgaaf met Hollandse vertaling door N. Ooghgetuyge). In 1676 deelde ds Ant. Borremans in zijn Variae lectiones mede, dat Beronicius de auteur van het gedicht was en somde tevens talrijke snakerijen van de man op om zijn toeschrijving geloofwaardiger te maken. Daarna gaf Petrus Rabus het gedicht met een Hollandse vertaling en aantekeningen en enige andere gedichten uit onder de titel P.

J. Beronicii poëtae incomparabilis quae extant (Rotterdam 1691, 1692, herdr. 1702, 1716, vert. 1711 en 1728, het laatst nagevolgd door J. B. te Goes 1766). Wie de werkelijke auteur is geweest, is moeilijk uit te maken. In ieder geval waren Petrus Rabus*, Joh. Antonides van der Goes* (schoonzoon van ds Borremans, die wellicht te goeder trouw was) en Dirk Buysero* met de mystificatie op de hoogte. Laatstgenoemde, een dichter, die veel van grappen hield en hoge betrekkingen op Walcheren heeft vervuld, kan zeer wel als auteur in aanmerking komen.MR H. F. WIJNMAN

Lit.: A. Sizoo, Beronicius, in Hermeneus VIII (1936); P. J. Meertens, Beronicius en de opstand der Walchersche boeren in 1672, in Historia IX (1943).

< >