Don graaf van, Spaans veldheer (Zamora ca 1535 - Milaan 22 Juli 1610), was de zoon van Diego Enriquez, graaf van Alva van Aliste, huwde met Johanna de Acevedo en kreeg daarbij van Philips II de titel van graaf van Fuentes, volbrachtzijn eerste veldtocht in 1556 onder de hertog van Alva in Italië, in 1586 werd hij gezant van de Spaanse koning te Turijn en generaal van de cavalerie in het hertogdom Milaan. Twee jaar later werd hij kapitein-generaal van het Spaanse leger in Portugal.
In 1592 werd hij naar de Nederlanden gezonden, om Parma die naar Madrid moest komen, te vervangen. Diens dood maakte zulks overbodig. Fuentes bleef bij Parma’s opvolger, de graaf van Mansfelt, en vervolgens bij aartshertog Ernst. Reeds in deze jaren (1592-1595) was hij de feitelijke regeerder en zwaar drukte zijn hand op de gehoorzaam gebleven Nederlanden.
Hij was nl. een echte Spanjaard, trouw dienaar van Philips II en aanhanger van zijn schoonbroeder, de hertog van Alva: geen pardon aan de rebellen, strengheid tegen de Noordelijken, militair régime en uitsluitend Spaanse raadgevers. Hij wilde echter ook gaarne Philips’ plannen in Frankrijk verwezenlijken en gaf daardoor Maurits gelegenheid zijn veroveringen voort te zetten. Maar hij had geen geld genoeg voor dit alles en wederom kwelde muiterij de zuidelijke provincies. Na de dood van aartshertog Ernst (20 Febr. 1595) wordt hij zelf landvoogd en hij weet nog door een laatste krachtsinspanning enige successen in de Achterhoek en in Picardië te behalen en herovert Kamerijk.
Maar ook dan heeft hij te kampen met heftige tegenstand van de edelen, die zulk een „Spaans” bestuur niet dulden en gesteld zijn op de macht der Staten. 11 Febr. 1596 geeft hij het bewind aan aartshertog Albrecht over. Fuentes gaat naar Spanje terug en wordt er opperbevelhebber; in 1600 is hij gouverneur van Milaan, waar hij opnieuw zijn talenten toont (ook hier geheel naar de ideeën van Philips en met Spaanse raadgevers): de financiën worden in orde gebracht, vele misbruiken geweerd en als goed diplomaat een goede verstandhouding met Savoye nagestreefd, tegenover Venetië en vooral tegen Hendrik IV van Frankrijk. Hij kocht de haven Finale bij Genua en bouwde in 1602 aan de grenzen van Valtellino bij de mond van de Adda aan het meer van Como het fort Fuentes, waardoor hij de bewoners van Graubünden zeer verbitterde. Bezorgd over de toenemende macht van Frankrijk onder Hendrik IV, wekte hij op tot de samenzwering van maarschalk Biron en zeer verheugde hij zich over de dood van de koning.DR H. A. ENNO VAN GELDER
Lit.: A. Giussani, II forte di F. (Como 1905); F. Duro, Don P. E. de A. conde de F., in: Mem. de la R.
Ac. (1906); J. Fuentes, El conde de F. y su tiempo (Madrid 1908); P. van Isacker, P. E. de Azevedo, graaf van Fuentes, en de Nederlanden (Annales de la Soc. d’émulation de Burges, 1910).