Belgisch schrijver en politiek journalist (Brussel 1890 - 7 Apr. 1943), wijdde zich als schrijver bijna uitsluitend aan de kunsten literaire critiek, het essay en de geschiedenis. Van zijn talrijke werken dienen vermeld: zijn studies over J.
Ensor, V. van Gogh, Eug. Laermans, I. Opsomer, Hip. Boulanger, zijn groot werk La peinture belge depuis 1830 en vooral Belgique, carrefour de l’Occident en Les ducs de Bourgogne (1941).
Na Wereldoorlog I verdedigde hij, met name in het tijdschrift ,,L’Art beige”, een „communiserende” en tevens Duitsgezinde politiek. In 1934 richtte hij „Cassandre” op. Dit weekblad, aanvankelijk neutraal, werd geleidelijk een uiterst rechts orgaan. In 1939 verdedigde het de neutraliteitspolitiek.
Om zijn politiek verleden werd Colin op 10 Mei 1940 aangehouden door de Belgische autoriteiten. Na de nederlaag van Frankrijk werd hij in vrijheid gesteld. Hij keerde naar België terug, gaf „Cassandre” opnieuw uit en richtte daarnaast, van 1 Oct. 1940 af, een dagblad „Le nouveau Journal” op, waarin de collaboratie met Duitsland verdedigd werd. Op 7 Apr. 1943 werd Colin door een student, Arnaud Fraiteur, neergeschoten.
