Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Papoea-talen

betekenis & definitie

noemt men samenvattend een aantal talen, die op de grens van het Melanesische en Australische taalgebied gesproken worden en in menig opzicht van deze afwijken. Zij worden vnl. gesproken op Nieuw-Guinea, Nieuw-Pommeren en een deel der Salomo-eilanden.

Waarschijnlijk was het verbreidingsgebied dezer talen oorspronkelijk veel groter, daar zij sporen in de Melanesische talen hebben achtergelaten. Zij hebben een grotere klankenrijkdom dan de Australische talen en kenmerken zich overigens door de vooropplaatsing van de genitief, het gebruik van postposities, het voorkomen van dualis- en pluralisvormen bij de persoonlijke voornaamwoorden, en een zeer ingewikkeld werkwoord-systeem. De talen behoren tot het suffigerende type. Het primitieve karakter van deze talen komt uit in de telwoorden, waarvan het paar-systeem de grondslag vormt; vier is dus twee + twee; vijf is hand; tien is twee handen; vijftien is twee handen + voet, enz. De Papoea-talen wijken onderling zó sterk van elkaar af, dat een mogelijke verwantschap nog volstrekt niet te bewijzen is.Lit.: P. W. Schmidt, Papuasprachen (in D.sches Koloniallex., 3 dln, 1920); id., Die Sprachfam. u. Sprachkr. d. Erde, blz. 148-155 (Heidelberg 1926): S. H.

Ray, Languages of the N. Papua (Journ. of the Roy. Anthrop. Inst. of Gr. Brit., dl 49, 1919).

< >