Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Otto jespersen

betekenis & definitie

(Jens) (Harry) ,Deens taalgeleerde (Randers, Jutland, 16 Juli 1860 - Elseneur 30 Apr. 1943), studeerde aanvankelijk rechten maar ging in 1881 over naar de linguïstiek. In het begin was het vooral de phonetiek die hem bezighield, en in zijn leerboek voor het Engels (1885) paste hij een eigen phonetische transcriptie toe.

Met de Franse phoneticus Paul Passy heeft hij de stoot gegeven tot de oprichting van de „Association Phonétique Internationale”. Hij verklaarde zich al in 1886 een tegenstander van de mening van de Junggrammatiker, dat de klankwetten zonder uitzondering werken. Zelf staat hij op evolutionistisch standpunt, zoals al blijkt uit zijn dissertatie Fremskridt i sproget (Progress in Language), waarin hij de deflectie in het Engels niet als een blijk van verval, maar van vooruitgang voorstelt. In 1893 werd hij hoogleraar in de Engelse Taal en Letterkunde te Kopenhagen. Behalve aan de phonetiek heeft hij vele studies gewijd aan de theorie van de grammatica en de syntaxis. Hij ijverde bovendien tegen de starheid van de schrijftaal en heeft veel gedaan voor de hervorming van het onderwijs in vreemde talen.

Ook het vraagstuk van een wereldtaal heeft hem beziggehouden. Zijn werk vond internationale waardering. Hij is buitenlands lid van de Kon. Akad. van Wetenschappen te Amsterdam en van de Kon. Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde geweest.DR B. VAN DEN BERG

Bibl. (voorn, werken): Fremskridt i sproget (Kobnhavn 1891; Eng. vert.: Progress in Language, 1894); Fonetik, 2 stkn (I897-’99, Duitse bew.: Lehrbuch der Phonetik, Leipzig 1904, 3de dr. 1920); Sprogundervisning (1904, Eng. vert.: How to Teach a Foreign Language, 1923); Growth and Structure of the English Language (Leipzig 1905, 8ste dr. 1935); A Modem English Grammar on Historical Principles (7 dln, Heidelberg igog-^g); Chapters on English (1918, herdr. uit: Progress in Language); Language, its Nature, Development and Origin (London 1922, Ned. vert. door H. Logeman: De ontwikkelingen de oorsprong v. d. taal, 1928); The Philosophy of Grammar (London 1924); The System of Grammar (1933); Analytic Syntax (i937); En Sprogmands Levnet (1938, autobiografie); Efficiency in Linguistic Change (Copenhague 1941).

Lit.: A Grammatical Miscellany Offered to O. J. (Copenhague 1930); D. G. Hesseling, in: Neophil. jg. XX (1935), blz. 50 v.; N. van Wijk, J.s Taalbeschouwing: in: Nwe Taalgids, 1935 (1941); L. Hjelmslev, Acta Linguistica III (i942-43), blz. 119 v.v.; C.

B. van Haeringen, Jaarb. der Kon. Akad. (1940-’47), blz. 199 w.

< >