Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ORDERICUS VITALIS

betekenis & definitie

Normandisch geschiedschrijver (Atcham, bij Shrewsbury, 16 Febr. 1075 - abdij St-Évroul, bij Argentan, ca 1143), was de zoon van een Normandische vader en een Angelsaksische moeder. Op zijn 10de jaar trad hij in de abdij van St-Évroul in Normandië, waar hij, behoudens enkele reizen naar Engeland en in Frankrijk, zijn verdere leven verbleef.

Zijn hoofdwerk is de consciëntieuze Historia ecclesiastica (geschreven ca 1120-1141), die een geschiedenis zowel van zijn klooster als van de Christelijke wereld omvat. De compositie is gebrekkig, maar het geheel is levend en aantrekkelijk. Ordericus vertelt goed, heeft oog voor het schilderachtige of tekenende detail en verstaat de kunst personen te kenschetsen. Zijn geschiedverhaal berust niet alleen op schriftelijke overlevering, maar ook op mondelinge traditie, op berichten van tijdgenoten en op eigen ervaring. Het is zeer ongelijkmatig, niet steeds betrouwbaar, maar van groot belang voor de kennis van de eigen tijd van de schrijver (het draagt hier het karakter van persoonlijke memoires), voor de geschiedenis der Normandiërs in Engeland en in Italië, voor de Kruistocht en voor de literaire geschiedenis. De Historia, in de Middeleeuwen nauwelijks gekend, geldt thans als een van de belangrijkste Franse geschiedwerken uit de 12de eeuw.DR A. G. JONGKEES

Bibl.: Historiae ecclesiasticae libri XIII, uitg. A. Le Prévost (5 dln, 1838-1855). Oudere uitg. van A. Duchesne, in: Hist. Normanorum scriptores antiqui (1619; herdr. door J.

P. Migne, Patr. Lat. CLXXXVIII); Franse vert. door L. Dubois (4 dln, 1826-1827); Eng. vert. d. Th. Forester (4 dln, 1853-1856).

Lit.: L. Delisle, Notice, in de uitg. Le Prévost (z Bibl.); A. Molinier, Les sources de l’hist. de France II (1902), blz. 219-220; Gh. Gross, The Sources and Lit. of Engl. Hist. (2de dr. 1915), blz. 383; J.

W. Thompson, A Hist. of Historical Writing; (1942), blz. 238-241; W. Wattenbach en R. Holtzmann, Deutschlands Geschichtsquellen im MA, Deutsche Kaiserzeit I. 4 (1943, 2de dr. 1948), blz. 787-788; J. de Ghellinck, L’essor de la litt. latine au XI Ie siècle II (1946), blz. 98-101.

< >