(1) graafschap in het O. van Engeland, aan de Washbaai en de Noordzee, telt op 5322 km (1941) 522 600 inw. De bodem bestaat in het W. uit delen van een verbrokkelde krijtcuesta, welke een verlengstuk van de Chiltern Hills vormt; het zandige Breckland-plateau op de grens met Suffolk vormt een van deze onderbrekingen.
Het oostelijk deel bestaat uit glacigene afzettingen; de CromerRidge is een eindmorene. Aan de oostkust ligt een aestuariëngebied, met talrijke kleine riviertjes, de zgn. Norfolk Broads. In het uiterste W. behoort nog een deel van de Fenlands tot Norfolk. De voornaamste rivieren zijn er de Yare met bevaarbare zijtakken, de Waveney en vooral de Great Ouse.Norfolk is een van de oudst bewoonde en in de Middeleeuwen dichtstbevolkte delen van Engeland, waar een intensieve akkerbouw werd gedreven. In verband met uitgebreide schapenhouderij (vooral in de Brecklands) had het lakennijverheid en woluitvoer. Thans is akkerbouw het hoofdbestaansmiddel (54,2 pct van de oppervlakte is bouwland, 22,5 pct grasland, en 6,3 pct is bos). Tarwe, rogge en voederbieten vormen de hoofdgewassen. Hoofdplaats is Norwich.
(2), een eiland in de Grote Oceaan, gelegen op 290 Z.Br. en 1680 O.L. De oppervlakte bedraagt samen met een paar kleine eilanden 39 km2. Het binnenland is een golvend plateau, met ab grootste hoogte 317 m. Door het uitstekende klimaat (gemiddelde temperatuur 20 gr. G., gemiddelde regenval 1270 mm) heeft het een weelderige plantengroei; vooral de Norfolkdennen zijn beroemd. In 1774 door Cook ontdekt, was het van 1788-1856 een Britse strafkolonie.
In 1856 werd de bevolking van Pitcairn er heen gevoerd, later vestigden er zich ook kolonisten uit Australië. In 1947 woonden er een 940 mensen. Sedert 1914 is het eiland een territorium van Australië. Behalve als verkeersmiddelpunt heeft Norfolk ook betekenis door de export van citrus en bananen.
(3), een stad van (1950) 188600 inw. in de gelijknamige county in de Amerikaanse staat Virginia, ligt aan de mond van de James River bij de ingang van de Chesapeake Bay. Het gebied van Groot Norfolk (1950: 409545 inw.) omvat de zgn. Hampton Roads Area, het mondingsgebied van de James, waartoe o.a. de steden South Norfolk, Portsmouth en Newport News behoren. Een veerdienst zorgt voor de verbinding met deze laatste stad, een brug leidt over de Elizabeth River naar Portsmouth.
De haven van Norfolk behoort tot de beste ter wereld en verwerkt een groot gedeelte van het Zuidadantisch verkeer der V.S.; zij wordt bewaakt door het eiland Fort Monroe. De voornaamste handelsproducten zijn aardnoten, steenkool, tabak, graan, katoen, vetten, fruit en oesters. De industrie betreft vooral de scheepsbouw; van grote economische betekenis voor de stad is de zich tot over de grens van Portsmouth uitstrekkende marinebasis, een der grootste van de V.S.
Norfolk is het centrum van een uitgestrekt recreatiegebied. De nederzetting Norfolk, genaamd naar het Engelse graafschap, ontstond in 1682 en leefde aanvankelijk van de handel op West-Indië. In 1776 werd de stad door gevechtshandelingen in de Onafhankelijkheidsoorlog vrijwel geheel verwoest. In de Burgeroorlog was Norfolk tot zijn verovering in 1862 de voornaamste marinebasis der Zuidelijke staten en bij de haveningang vond de beroemde slag tussen de eerste pantserschepen Merrimack en Monitor plaats.