is een der Noordfriese eilanden, tegenover Husum gelegen, 48 km2 groot en thans door een dam met het vasteland verbonden. De hoofdplaats is Oldenbüll.
Het eiland telt (1952) 35I0 inw. (I939: 2800; 1945: 4000), van wie 80 pct Evang., 19 pct R.K. en 1 pct Oud-Katholieken, die onder de Oud-Katholieke aartsbisschop van Utrecht ressorteren. Nordstrand vormde vroeger onder dezelfde naam met Pellworm en de Halligen een groter eiland, dat echter in de Middeleeuwen door hoge vloeden (1164, 1334, 1634) verbrokkeld werd. Nederlanders hebben in de bedijking van dit gebied een groot aandeel gehad. Antoinette de Bourignon heeft met haar volgelingen een tijdlang een toevlucht op het eiland gevonden.Lit.: Joh. Petreus’ Schriften über N., hrsg. v. R. Hansen (1901).