is het bewust onwaarheid spreken om zich uit een bepaalde situatie te redden, waarin het waarheid spreken een te groot nadeel met zich zou brengen. Door alle tijden heen is zij afgekeurd èn verdedigd.
Augustinus, Bernhard van Clairvaux, Thomas van Aquino, Kant en vele anderen wijzen haar onvoorwaardelijk af: liegen is onder geen omstandigheid goed te praten, dus ook de noodleugen niet.In de Bijbel wordt zij onvermijdelijk geacht, tal van voorbeelden Ex. i : 19-21, I Sam. 19 : 17; 20 : 6, 27, II Sam. 15 : 32 vgl. Matth. 12:16 enz. Het kan zijn, dat de omstandigheden dwingen een norm van hogere orde, bepaaldelijk de liefde, te volgen, dan die van het waarheid spreken, zegt N. Hartmann in zijn Ethik en hij denkt hier aan de noodleugen van de arts tegenover de patiënt, van de gevangen soldaat tegenover de vijand, men zou er in het algemeen aan kunnen toevoegen: er kunnen situaties zijn, waarin anderen het recht ontzegd moet worden de waarheid te vernemen. Het blijven evenwel grensgevallen, waarin de situatie de mens in een spanning brengt, waarin zijn geweten hem nimmer geheel zonder innerlijke tweestrijd achterlaat. Af te wijzen is de noodleugen ongetwijfeld, wanneer men in de handel zich er door meent te kunnen bevoordelen.
PROF. DR H. VAN OYEN
Lit.: N. Hartmann, Ethik (1928); S. Hoekstra, Zedenleer, 3de dl (1894); I. J. de Bussy, De Wetenschap der moraal (1939).