Georgisch socialist (Lantsjkoety, Georgië, 15 Jan. 1867 - Parijs 11 jan. 1953), bezocht evenals Stalin het priesterseminarium te Tiflis, studeerde daarna voor veearts in Warschau, en nam reeds aan het begin der jaren ’90 deel aan de Kaukasische soc.-dem. beweging. Op het congres der R.S.D.A.P. in 1903 behoorde hij tot de mensjewiki, die in Georgië in de meerderheid waren.
In 1906 werd hij fractieleider der sociaal-democraten in de eerste Doema, en het volgend jaar, op het 5de partijcongres, lid van het Centraal Comité. Tijdens Wereldoorlog I stond hij de verdediging van Rusland voor. Van 1918-1921 leidde hij de regering van het onafhankelijke Georgië tot het in 1921 veroverd en geannexeerd werd door de Sovjet-republiek, waarna hij emigreerde. Met Tsereteli, Tsjcheïdze en Stalin behoort Zjordanija tot de Georgische socialisten, die niet alleen in de Georgische, maar ook in de Russische geschiedenis een voorname rol gespeeld hebben. Tot zijn dood beschouwde hij zich als president van Georgië „in ballingschap”.