Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NILOTEN

betekenis & definitie

zijn de volken in het Z. van de Anglo-Egyptische Soedan, langs deNijl en de Bahr el Ghazal. De Niloten hebben een zeer donkere huid met een bruine ondertoon, een smalle schedel, kroeshaar en een zeer lange gestalte.

De taal behoort tot de Soedantalen. De belangrijkste Nilotenvolken zijn de Sjilloek, de Dinka en de Nuer. De Sjilloek hebben minder grove gelaatstrekken dan de Dinka, wat wel veroorzaakt is door sterker menging met Hamieten. De Hamietische invloed blijkt overigens bij alle Nilotische volken uit de hoge waarde, die aan het vee gehecht wordt. Er wordt wel landbouw uitgeoefend (sorghoem, bonen, aardnoten, tabak), maar dit bestaansmiddel wordt niet hoog aangeslagen en soms verwaarloosd. Het rundvee wordt gemolken, maar nooit geslacht, tenzij het een ongeluk is overkomen.

Zieke koeien worden trouw verpleegd en de droefheid is zeer groot, wanneer een dier sterft. De eigenaar is dan in zulk een droefgeestige stemming, dat hij van het vlees niet eet, terwijl de buren en de gasten het zich goed laten smaken.De Dinka-mannen gaan ongekleed en de Europese invloed heeft hierin nog weinig verandering gebracht. De vrouwen dragen van achteren zowel als van voren een ongelooide dierenhuid. De Dinka vinden kleding iets zozeer vrouwelijks, dat ze Schweinfurth (zie hieronder bij de lit.) „de vrouw van de Turken” noemden. Versierselen bestaan uit ijzeren en ivoren ringen die om de armen en benen gedragen worden. Ook koeien- en geitenstaarten dienen ter versiering. Dezelfde reiziger roemt de zindelijkheid der Niloten en hun smaak op culinair gebied.

Het kannibalisme der Niam-Niam vonden ze even afschuwelijk als de blanken. Ongedierte vond Schweinfurth er niet, alleen ongevaarlijke slangen, die vaak in het dak nestelen en waarvan sommige een eigennaam hebben. Het doden van deze geldt als een misdaad.

De woningen zijn rond en worden opgetrokken uit een ringmuur van leem en haksel, waarop de dakstoel van harde sparren geplaatst wordt, welke dakpansgewijze met lagen stro wordt gedekt. Bij de Dinka wordt vaak de hut opgetrokken rondom een boom met stevige takken.

De organisatie der Nilotenvolken varieert sterk. Terwijl de Dinka in verschillende stammen verdeeld zijn, die allerminst een eenheid vormen, zijn de Sjilloek sedert lang onder een koning verenigd, die een sterk gezag uitoefende. Gemeenschappelijk is het denkbeeld, dat het heil van het volk sterk afhankelijk is van de physieke toestand van de koning of de medicijnman (regenmaker), een denkbeeld, dat men ook wel elders in Afrika aantreft. Ziekte of zwakte van deze personen veroorzaakt in het volksgeloof ziekte van mensen en vee en mislukking van de oogst. Daarom werden deze waardigheidsbekleders, meestal op eigen verzoek, ter dood gebracht, als zij tekenen van zwakte gingen vertonen.

Lit.: G. Schweinfurth, lm Herzen von Afrika (1874, 38e dr. 1918); W. Hofmayr, Die Schilluk (Mödling b. Wien 1925); C. G. Seligman, Pagan Tribes of the Nilotic Sudan (Oxford 1932); E.

E. Evans-Pritchard, The Nuer (1940); H. A. Bernatzik, Zwischen Weissem Nil und Kongo (1943).

< >