Deze term duidt een bepaald ras aan, maar wordt toch tevens telkens als taalonderscheiding gebruikt. De Hamieten heten een onderdeel van het blanke ras te zijn.
Ze zijn duidelijk van de Negers te onderscheiden, maar overigens vinden wij er toch onderling zeer afwijkende typen onder.Spreekt men over Hamietische talen, dan blijkt dat niet alle ras-Hamieten deze talen spreken en dat ze wel gesproken worden door mensen, die naar hun ras zeker niet tot de Hamieten behoren. Toch is het niet te ontkennen, dat beide begrippen goeddeels samenvallen.
De Hamieten wonen hoofdzakelijk in Afrika, maar zijn afkomstig uit Voor-Azië, waar ook nu nog verwante groepen wonen. In Afrika onderscheidt men ze in Oostelijke en Noordelijke Hamieten. Onder de Oostelijke Hamieten worden gerekend de bewoners van Egypte, de Beja’s, de Galla’s, Somali’s en de Abessiniërs. De graad van vermenging met Negers is in deze groepen nog zeer verschillend. Onder de Noordelijke Hamieten vallen de Berbers, Toearegs, Tiboes (in de Sahara) en de Foela’s in Nigeria. Ook de thans uitgestorven Guanchen van de Canarische Eilanden behoren er toe.
In Noord-Afrika is zeer veel menging met Semieten, hetgeen cultureel tot uiting komt in het feit, dat de Berbertalen vrijwel geheel door het Arabisch verdrongen zijn. Maar ook in kleding, huizenbouw, godsdienst (Islam) is de invloed der Arabieren merkbaar. Is bij deze Oostelijke en Noordelijke Hamieten de menging met andere rassen soms reeds zeer sterk, een nog sterkere menging doet spreken van Half-Hamieten en Niloten. De Half-Hamieten vinden we in Oost-Afrika en het Oostelijk deel van Centraal-Afrika. Het grootste deel van Kenya, Oeganda en Noord-Tanganyika wordt door hen bewoond. Zij spreken Hamietische talen en zijn als alle Hamieten veetelers.
Tot hen behoren o.a. de Masai, Nandi en Soek. De Masai zijn veeteelt-nomaden, die in symbiose leven met de Bantoestammen, welke hen van plantaardig voedsel voorzien. Andere Half-Hamieten zijn door de omstandigheden (waaronder een runderpest, die de kudden decimeerde) noodgedwongen tot de landbouw overgegaan. De Masai zijn overigens bekend om hun krijgersorganisatie, welke met zich meebrengt dat de huwelijken laat worden gesloten en de jonge mannen tot op ca 30-jarige leeftijd met hun geliefden in krijgerskampen bijeenwonen.
De Niloten zijn misschien beter gehamitiseerde Negers dan vernegerde Hamieten te noemen. Hun talen zijn Soedantalen. Ze wonen aan de boven-Nijl. Tot hen behoren bijv. de Shilloek, Dinka, Noeër. Ook zij zijn veetelers, maar niet zo eenzijdig als de Masai. Onder hen vinden we prachtige lange gestalten.
Lit.: L. Adametz, Herkunft und Wanderung der Hamiten, erschlossen aus ihren Haustierrassen (1920); C. G. Seligman, Races of Africa (1930); H. Baumann e.a., Völkerkunde von Afrika (1940).