republiek in Centraal-Amerika, gelegen tussen 10° 45' en 15° N.Br. en tussen 83° 10' en 87° 35' W.L. v. Gr., groot 148 000 km2, telt (1950) 1 053 000 inw.
Het land grenst in het N. aan Honduras, in het W. aan de Grote Oceaan, in het Z. aan Costa Rica en in het O. aan de Caraïbische Zee. Het O. gedeelte van Kaap Gracias a Dios tot aan de San Juan del Norte vormt de Mosquitokust, waarvoor een aantal klippen en banken liggen. De bodem bestaat uit een naar de Caraïbische Zee af hellend bergland met langs de kust een moerassige vlakte. In het Z.W. ligt het dal van de grensrivier Rio San Juan, met de meren Managua en Nicaragua. Dit dal is van de Grote Oceaan gescheiden door een bergketen, waarin hier en daar vulkanen voorkomen, o.m. de Viejo (1780 m), de Momotombo (1258 m) en de Ometepe (1557 m). Aardbevingen in dit gebied zijn niet zeldzaam. Het klimaat is tropisch, de grote droge tijd duurt van December tot April, de kleine droge tijd valt in Aug.Bevolking.
Ruim 70 pct van de bevolking woont in de westhelft van het land. In het O. wonen vnl. Negers en Zambo’s (Indiaanse Negerhalfbloeden). De zuivere afstammelingen van Spanjaarden (ca 17 pct) vindt men, naast Mestiezen, in het W. De heersende godsdienst is de R.K., maar er is volkomen vrijheid van geloofsovertuiging. Hoofdstad is Managua met (1950) 107 500 inw., andere steden zijn Matagalpa (52 000), León (52 000), Jinotega (40000) en Granada (39000).
Middelen van bestaan.
De bodem is in het algemeen vruchtbaar en voor tropische gewassen uitstekend geschikt. Kostbare houtsoorten zoals mahoniehout, ceder, rozenhout en verfhoutsoorten groeien in het O. Ook zijn er harsen en caoutchouc leverende gewassen en geneeskrachtige planten. Landbouw is het belangrijkste middel van bestaan; ca 71 pct van de beroepsbevolking is hierin werkzaam. De voortbrengselen zijn koffie, suiker, cacao, tabak en rijst in het W., rubber, bananen en citrusvruchten in het O. In de bergen wordt vee gehouden.
Het land was reeds in de Spaanse tijd bekend om de grote hoeveelheden delfstoffen. Goud vormt ca 30 pct van de exportwaarde, maar slechts de helft van de mijnconcessies is in handen van Nicaragua. Zilver en koper worden eveneens gedolven. De industrie omvat fabricage van lucifers, sigaretten, bier en leer, doch zij kan zich niet ontwikkelen door gebrek aan arbeidskrachten.
Handel en verkeer.
De handelsbalans van Nicaragua is positief, zoals uit het volgende overzicht blijkt (in 1000 córdoba; 1 córdoba = $ 1).
Een deel (ca 33 pct) van de exportwaarde vloeit evenwel af naar het buitenland. De V.S. verzorgen meer dan 75 pct van de import (textiel, ijzer, machines en chemicaliën); uitgevoerd worden vnl. koffie, goud en fruit. De wegen verkeren in een slechte staat; de oostkust ligt vrijwel geïsoleerd van het meer dicht bevolkte W. Er is thans een weg in aanleg. Het spoorwegverkeer beschikt over een net van 431 km enkelspoor. Havensteden aan de westkust zijn San Juan en Corinte, aan de oostkust San Juan del Norte en Bluefields. Van veel belang voor het vervoer zijn de luchtlijnen, verzorgd door 3 maatschappijen uit de V.S. en een uit Nicaragua.
Onderwijs.
Er waren (1949) 1091 scholen voor lager onderwijs, 29 voor middelbaar onderwijs, 1086 bijzondere scholen, 6 vakscholen en 2 universiteiten (in León en Granada). Het onderwijs is verplicht van 5 tot 14 jaar, maar staat op zeer laag peil (ca 60 pct van de huidige bevolking is analphabeet).
Letterkunde.
Nicaragua kan er op bogen de grootste dichter te hebben voortgebracht van Spaans-Amerika, die tegelijkertijd de hervormer van de poëzie in Spanje geworden is, nl. Rubén Dario. Na hem heeft het kleine land geen schrijver van eerste grootte meer opgeleverd. Slechts valt te noemen de romanschrijver Hernan Robleto (geb. 1895) en de essayisten Gustavo AlemanBolanos (geb. 1884) en Santiago Argüello (1872- 1942).
Bestuur.
De nieuwe grondwet dateert van 1948. Hoofd van de regering is de president, gekozen voor 6 jaar, met naast zich een vicepresident en een ministerraad. De wetgevende macht berust bij een Senaat (15 leden) en een volksvertegenwoordiging (44 leden). Het land is verdeeld in 16 departementen onder een gouverneur. Er is een Wapen van Nicaragua, Hooggerechtshof in Managua en voorts zijn er 5 rechtbanken en 153 lagere rechtbanken.
Geschiedenis.
Nicaragua werd ontdekt tijdens Columbus vierde tocht en verder verkend door Gil Gonzalez de Avila in 1522, die het zo noemde naar een Indiaans stamhoofd, Nicarao, die de Spaanse heerschappij erkende en met zijn volk het doopsel ontving. Daar hun hoop edel metaal te vinden teleurgesteld werd, kwamen weinig Spanjaarden naar Nicaragua, waar Hollandse, Engelse en Franse vrijbuiters zich in de 17de eeuw op de kusten nestelden. In 1687 maakte Engeland zelfs aanspraken op de Mosquitokust van Honduras en Nicaragua, en handhaafde die tot 1860. Eerst in de 18de eeuw kreeg de Spaanse emigratie enige betekenis, hoewel de ca 150 000 inwoners van omstreeks 1800 nog bijna allen Indianen waren. Niettemin schoot ook hier de vrijheidsgedachte wortel en nam Nicaragua deel aan de onafhankelijkheidsbeweging van het kapiteinschap-generaal Guatemala, waaronder het tot dan toe ressorteerde en waarmede het in 1823 van Mexico afviel. Tot 1838 maakte het deel uit van de Centraalamerikaanse statenbond.
Ook daarna, als volkomen zelfstandige staat, bleef het een toneel van hevige strijd tussen „liberalen” en „conservatieven. Tussen 1855-1857 poogde de Amerikaanse avonturier William Walker zich meester te maken van het bewind en zijn invallen en staatsgrepen kwamen de onrust nog verhogen. Liberalen en conservatieven streden tijdelijk verenigd tegen hem: een symbool van die samenwerking was de compromiskeuze van Managua tot hoofdstad. Van 1863 tot 1893 (de „Dertig Jaren”) heerste onder het bewind van de conservatieven betrekkelijke orde; dat van de liberale dictator José Santos Zelaya (1893-1909) werd daarentegen verstoord door aanhoudende, telkens onderdrukte samenzweringen en opstanden. De benden van Zelaya vielen bovendien herhaaldelijk de naburige landen aan. De wanorde leidde tot interventie van de V.S. die belang stelden in Nicaragua sedert de annexatie van Californië en de ontdekking van de goudvelden aldaar (1848).
Voor het verkeer ter zee van het O. naar het W. van de Unie was Nicaragua trouwens gunstig gelegen voor het overladen over de Centraalamerikaanse landengte. Men heeft lang het plan gehad de isthmus door te steken en hier een kanaal aan te leggen van zee tot zee. De Amerikaanse troepen verdreven Zelaya en bleven in het land, dat feitelijk een protectoraat werd van de V.S. Het Bryan-Chamorroverdrag van 1916, gesloten tijdens het presidentschap van Adolf Diaz (1913-1917), kende aan de V.S. het uitsluitende recht toe een kanaal door Nicaragua te graven (om te voorkomen dat de Engelsen het zouden doen en aldus met dat van Panama mededingen) en een vlootbasis aan te leggen in de Golf van Fonseca. De V.S. ondersteunden Nicaragua financieel en oefenden controle uit op het inwendige politieke leven, met name op de verkiezingen. Eerst in 1933 ontruimden hun mariniers het land.
In 1937 werd generaal Anastasio Somoza tot president verkozen, die in 1947 werd opgevolgd door Roman y Reyes, doch na diens plotselinge dood in 1950 weder voor 6 jaar werd herkozen. In buitenlands opzicht is zijn politiek gericht op goede verstandhouding met de V.S. Op 14 Oct. 1951 heeft Nicaragua de overeenkomst van San Salvador mede ondertekend waarbij, zoals meermalen tevoren vruchteloos gepoogd werd, naar herstel van een federaal verband onder de Centraalamerikaanse staten zal gestreefd worden.
PROF. DR J. A. VAN HOUTTE
Lit.: I. J. Cox, N. and the United States 1909-1927 (Boston 1927); H. L. Stimson, American Policy in N. (New York 1927); O. Schmieder.
Länderkunde Mittelamerikas (Wien 1934); Ch. Jones. The Caribbean since 1900 (New York 1936); R. de Nogales, The Looting of N. (New York 1938); L. Donaldson, N. in Story and Pictures (1943); M. G. Palmer, Through Unknown N. (1946).
Nederland-Nicaragua.
Nederland onderhoudt met de Republiek Nicaragua diplomatieke en consulaire betrekkingen. De wederzijdse diplomatieke vertegenwoordigers hebben de rang van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister. Als Nederlands gezant in Nicaragua treedt de gezant te Havana op. Een Nederlands consulaat is gevestigd te Managua. Nicaragua heeft een consulaat-generaal te Rotterdam, een consulaat te Amsterdam en voorts een consulaat-generaal te Willemstad.