is de naam, die wordt gegeven aan het verbeterde, ca 830 km lange Eriekanaal. Het Eriekanaal, in 1825 gegraven, voldeed niet aan de eisen van het zich uitbreidende verkeer, zodat de staat New York op het eind van de 19de eeuw dit kanaal geheel vernieuwde.
De minimumbreedte werd 28 m, de diepte 3,6 m; hierdoor kunnen sleepschepen van 1000 ton er varen. Het hoogteverschil van 174 m wordt door een aantal sluizen overwonnen. Doordat het kanaal 5 maanden van het jaar bevroren is, maar vooral door de concurrentie van het vrachtvervoer langs spoor en weg, is het verkeer niet zo toegenomen als men had verwacht.