een stad in Orleans County in het Z.O. van de Amerikaanse Staat Louisiana, ligt aan de knie van de benedenloop van de Mississippi, waar deze van oostelijke in zuidelijke richting ombuigt, en strekt zich in het N. uit tot de oevers van Lake Pontchartrain en Lake Borgne, een inham van de Mexicaanse Golf. Met 584 km is New Orleans wat oppervlakte betreft de 4de stad der V.S., maar een groot gedeelte hiervan (265 km2) is water.
Het gemiddeld peil van de stad ligt beneden het waterpeil van de Mississippi en Lake Pontchartrain en slechts ca 30 cm boven de zeespiegel. De natuurlijke verhogingen, die langs de rivieroevers zijn aangeslibd, zijn onvoldoende bij hoog water en men heeft daarom langs de gehele oever en langs de kust der meren en moerassen dammen gebouwd, die gemiddeld resp. 7 m en 2½m hoog zijn. Belangrijke delen van het schiereiland tussen Lake Pontchartrain en Lake Borgne zijn evenwel onbeschermd en staan voortdurend aan overstromingsgevaar bloot. Een kanaalsysteem van 1400 km en grote pompinstallaties moeten de stad droog houden. Ten einde bij abnormaal hoge waterstand van de Mississippi dijkdoorbraak te vermijden, heeft men ca 30 km stroomopwaarts van New Orleans een kunstmatig overstromingsgebied aangelegd (Bonnet Carré Spillway), dat een deel der watermassa’s naar Lake Pontchartrain afvoert.Het klimaat van New Orleans is met een temperatuurgemiddelde van 69,5 gr. F. en een Jan.- en Juli-gemiddelde van resp. 54,9 en 82,4 gr. F. subtropisch te noemen. De maximale en minimale temperatuur bedragen resp. 102 gr. en 7 gr. F. De gemiddelde jaarlijkse neerslag is met 1540 mm op die van Mobile na de hoogste der Amerikaanse steden.
De windrichting is overwegend Z.O. De tropische stormen, die zo vaak de golfkust teisteren, bereiken zelden het gebied van New Orleans.
De bevolking bestaat (1950) uit 567 260 inw., waarmee New Orleans de 16de stad der V.S. is. Groot-New Orleans, waartoe o.a. enkele plaatsen op de rechter Mississippi-oever behoren, telt (1950) 681 040 inw. Lange tijd is New Orleans de grootste stad van het Z. geweest, maar het heeft deze plaats sinds 1950 aan Houston (Texas) moeten afstaan. Ca 30 pct der bevolking bestaat uit Negers en ca 20 pct zijn immigranten of kinderen er van. Men vindt vrijwel alle volken vertegenwoordigd; de grootste groepen zijn de Italianen, Duitsers, Fransen en Ieren. In de 19de eeuw hadden de verschillende bevolkingsgroepen hun eigen wijk, maar thans zijn de grenzen enigszins vervaagd.
ECONOMISCH LEVEN
New Orleans is met 37 km kade een van de grootste havens der V.S. en de natuurlijke uitvalspoort naar Latijns Amerika. Kanalisatie van de benedenloop van de Mississippi maakt de stad ook voor de grootste schepen toegankelijk, terwijl de haven tevens het eindpunt is van de weer opgeleefde vrachtvaart op de Mississippi. In 1949 was het havenverkeer 10 269 000 reg.ton en het verscheepte handelsgewicht ruim 25 000 000 ton. De voornaamste importartikelen zijn koffie, suiker, plantaardige vetten en bananen; men exporteert vooral ruwe katoen, hout, machinerieën, tabak en textielwaren. De stad is handelscentrum voor katoen, oliën, zout, zwavel, natuurlijke gassen en de landbouwproducten der omringende gebieden.
De opkomst van de industrie begon pas in de 20ste eeuw en steunt vooral op het hoog ontwikkelde transportwezen. Ruim 1000 fabrieken produceren thans in New Orleans ca 900 verschillende producten, waarvan suiker, katoenproducten, alcoholica en meubelen de voornaamste zijn. Het aan natuurlijke waterwegen rijke gebied van Zuid-Louisiana is in de loop der jaren aangevuld met talrijke kanalen, waarnaast zich sedert 1831 de spoorwegen ontwikkelden, waarbij evenwel het moerasgebied een grote handicap vormde. Zes belangrijke spoorlijnen komen thans in New Orleans samen en zeven luchtlijnen op de drie luchthavens. Ten slotte maken een aantal respectabele bruggen de door moerassen en meren omringde stad ook voor auto’s snel bereikbaar. Noemenswaard is vooral de 7½km lange Pontchartrain Bridge over de oostpunt van Pontchartrain Lake en de Huey P.
Long Bridge, die aan de westgrens van de stad de Mississippi overbrugt. De verbinding met de plaatsen aan de zuidelijke oever van de Mississippi geschiedt verder uitsluitend met veerboten.
HOGER ONDERWIJS
(cijfers van 1950). De grootste instelling van Hoger Onderwijs in New Orleans is de Tulane University (7698 stud. en 1142 doc.), waartoe het Newcomb Memorial College for Women behoort. Hierop volgen de Katholieke instellingen Loyola University (3214 stud. en 200 doc.),Ursuline College en St. Mary’s Dominican College en de beide Neger-Universiteiten Xavier University (1048 stud., 88 doc.) en Dillard University. Voorts kan genoemd worden het tot de Staatsuniversiteit in Baton Rouge behorende Medical Centre en het Baptist Theological Seminary.
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Het meest bekende deel van New Orleans is het „French-Quarter” of „Vieux Carré”, het oudste deel van de stad, waar zich het amusementsleven afspeelt, tevens een berucht rendez-vous van de onderwereld. Hoewel de Creolen overwegen, vindt men hier vertegenwoordigers van vrijwel alle volkeren en de door deze mengeling opgetreden desintegratie heeft, naar men aanneemt, de basis geschapen voor het ontstaan der jazzmuziek. Hier vindt men de in 1794 gebouwde St. Louis Cathedral en er naast het tot museum ingerichte „Cabildo”, het huis, waar in 1803 het contract is getekend, waarbij Napoleon Louisiana aan de V.S. verkocht. De mooiste collectie kunstwerken is bijeengebracht in het Isaac Delgado Museum of Arts. Voorts zijn vele van de meer dan 600 kerken van historisch of architectonisch belang. Het nieuwe gedeelte van de stad is deels zeer modern gebouwd met brede straten en wolkenkrabbers.
Naast de 69 parken van de stad, waarvan vnl. het Audubon Park Zoo noemenswaard is, vormt het strand langs de kust van het Lake Pontchartrain een veel bezocht recreatiegebied. Verder is vermeldenswaard het Chalmette National Historical Park, waar (in 1815) de laatste slag tussen Engelsen en Amerikanen plaatsvond.
GESCHIEDENIS
Hoewel Spanjaarden reeds in begin der 16de eeuw het mondingsgebied van de Mississippi bezeilden, waren het ten slotte de Fransen, die op dit gebied in 1682 beslag legden en het naar de Zonnekoning Louisiana noemden. Pas in 1717 of 1718 stichtte de Franse ontdekkingsreiziger Sieur de Bienville een nederzetting, die hij naar de hertog van Orléans La Nouvelle Orléans doopte. Uit deze tijd dateert de sterke Franse invloed, die nog thans merkbaar is (o.a. in de beroemde gerechten van New Orleans, „Creole cooking”),en toen het gebied in 1762 aan Spanje werd verkocht, geschiedde dit tegen de wens der bewoners. Hoewel New Orleans officieel in het jaar 1800 weer bij Frankrijk kwam, vond de feitelijke bestuursoverdracht pas in 1803 plaats, 20 dagen voordat de stad als onderdeel van Louisiana door Napoleon aan de V.S. werd verkocht.
Hiermee begon een nieuwe periode van voorspoed. Het handelsverkeer nam in omvang zeer toe en de stad begon zich uit te breiden: ten N.W. van het „Vieux Carré” ontstonden nieuwe zakenwijken en de bevolking verdubbelde binnen enkele jaren. In 1805 kreeg New Orleans stadsrechten. Na de oorlog met Engeland volgde een nieuwe periode van welvaart dank zij de Mississippistoomvaart, die in 1812 begonnen was. New Orleans ontwikkelde zich tot een der belangrijkste stapelplaatsen in de V.S. en ca 1848 overtrof de export zelfs die van New York, door de snelle ontwikkeling van de suiker- en katoenplantages in dit deel van het Zuiden. Omstreeks 1852 was het hoogtepunt van de economische bedrijvigheid bereikt; gele koorts en overstromingen teisterden de volgende jaren de stad, maar ook de verwaarlozing van de vaargeulen in de rivier was niet zonder invloed op het afnemen van de economische betekenis van New Orleans.
Deze ontwikkeling werd versterkt door de Burgeroorlog. De Zuidelijken, die het belang van de stad niet op waarde wisten te schatten, verwaarloosden de verdediging, zodat New Orleans reeds in 1862 in handen der Federale troepen onder generaal Buder viel. Pas ca 1870 begon de stad zich te herstellen, in welk jaar zij ook door annexatie van Carrollton haar tegenwoordige grenzen bereikte. In 1879 kanaliseerde men de mond van de Mississippi en tegen het einde van de eeuw begon de systematische bescherming van de stad tegen overstromingen, terwijl men tevens door riolering de hygiënische toestanden verbeterde.
Politieke beroering in de V.S. wekte ca 1930 het optreden van de gouverneur van Louisiana Huey P. Long, die met zijn op militaire leest geschoeide fascistische organisatie New Orleans onveilig maakte. Met zijn dictatoriale methoden kwamen talrijke grote werken (vliegvelden, bruggen) tot stand. In 1935 werd hij doodgeschoten.
PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER
Lit H. Asbury, The French-Quarter (New York 1936); S. C. Arthur, Old New Orleans (New Orleans 1936); L. Saxon, Fabulous N. O. (New York 1939) 5 W.
P. A. (Guide Series), New Orleans City Guide (New York 1939); D. L. Cohn en C. J. Laughlin.
N. O. and its Living Past (New York 1941); H. T. Kane, Louisiana Hayride (New York 1941); Idem, Deep Delta County (New York 1944); Idem, The Bayous of Louisiana (New York 1949); Idem, Queen New Orleans (New York 1949); L. Saxon e.a., Gumbo Ya-Ya (Boston 1945); R. Tallant, Voodoo in N.
O. (New York 1946); W. A. Roberts, Lake Pontchartrain (Indianapolis 1946); E. Early, N. O. Holiday (New York 1947); S.
M. Lynn. N. O. (foto’s) (New York 1949); P. T. Kathbone, Mississippi Panorama (St. Louis 1950).