(netruke), miniatuursculpturen, vervaardigd van ivoor, narwaltanden, hout, porselein, been, hertshoren, metaal enz., welke de Japanner gebruikte ter afsluiting van het koord waaraan een gebruiksvoorwerp, zoals een tabako-bon (tabaksdoos), inro (medicijndoosje), pijpfoedraal enz., bevestigd was. Het koord was rond de obi (gordel of ceintuur) geslagen.
De beste nets’ke zijn met verbazingwekkende vaardigheid en geduld gesneden, terwijl er een diep gevoel voor het leven uit spreekt. Meestal zijn zij voorzien van de signatuur van de kunstenaar. De voorstellingen behoren tot de wereld van flora en fauna, tot de godenwereld, historische en legendarische figuren, comische toespelingen enz. Het vaststellen der betekenis eist een grondige kennis van de geschiedenis, de mythologie en de godsdiensten van Japan en China. Bij duizenden werden deze kunstvoorwerpjes na de invoering van de Europese klederdracht door Amerikanen en Europeanen opgekocht en in verzamelingen ondergebracht. Daarvoor werden hoge prijzen besteed, die nog steeds oplopen. Een zeer belangrijke collectie bevindt zich in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden.
