(Eleanora), (Londen 2 Febr. 1651 - Nov. 1687) is bekend als maitresse van koning Karel II van Engeland. Zij werd in de buurt van Drury Lane-theatre als dochter van een soldaat geboren en begon als sinaasappelverkoopster, totdat zij op haar 15de jaar aan deze schouwburg werd verbonden en het volgende jaar reeds in een tragische rol uitblonk.
Zij speelde (tot 1670) vooral stukken van Dryden, zowel comedie als tragedie, en stond korte tijd in intieme verhouding tot Lord Buckhurst. In 1670 kwam zij in verbinding met de koning, die tot zijn dood toe geboeid bleef door haar geest, haar onbevangenheid (vaak onbeschaamdheid), haar altijd goede humeur en haar mooie rode haar. Zij werd de fel gehate rivale van Louise de Kéroualle, gravin van Portsmouth', in tegenstelling tot wie zij nimmer enige invloed op de politiek of op de benoeming nastreefde. Na Karels dood kreeg zij van Jacobus II een landgoed. Zij had twee zoons van de koning, van wie een jong stierf, en de andere als hertog van St Albans bekend werd; ook deze was belijdend Protestant.Lit.: P. Cunningham, The story of Nell Gwyn, 2de dr. (1903); A. I. Dasent, Nell Gwyn (1924).