(Zuid-Afrika) werd in de Unie de partij genoemd, die zich in 1913 afscheidde van de Zuidafrikaanse Partij. Deze laatste had in 1910 het ministerie-Botha aan het bewind gebracht, waartegen generaal Hertzog eind 1912 in oppositie gekomen was.
Op het partijcongres van Nov. 1913 kwam het tot een openlijke breuk. De nieuwe Nationale Partij werd geleid door Hertzog in de Oranje Vrijstaat, Tielman Roos in Transvaal en dr D. F. Malan in de Kaap. Reeds bij de verkiezingen van 1920 behaalde zij meer zetels dan de Zuidafrikaanse Partij, doch deze laatste wist door een coalitie met de Brits-georiënteerde Unionisten het regeerkasteel te behouden. De Nationale Partij bleef echter groeien, vooral op het platteland, met steun van een krachtige eigen pers (o.a. Die Burger, Kaapstad en Die Volksblad. Bloemfontein).
Bij de verkiezingen van 1924 gaf een coalitie met de Arbeiderspartij voldoende zetels om de regering in handen te nemen. De jaren van 1924 tot 1933 vormen de bloeitijd van de Nationale Partij onder generaal Hertzog. Engelse titels werden afgeschaft, het Afrikaans werd als officiële taal met het Engels gelijkgesteld, de Unie kreeg een eigen vlag, aan de oude Nederlandse ontleend, eigen buitenlandse betrekkingen werden opgenomen. Een republikeinse stroming die in de partij bestond kon echter niet aan bod komen.De arbeiders wilden niet meewerken aan de segregatiepolitiek ten opzichte van naturellen. Economische depressie maakte zich voelbaar in de Unie. Tielman Roos stichtte een eigen Centrale Partij, meer verbrokkeling volgde en ten slotte zegden de arbeiders de coalitie op.
Intussen was in Ottawa in 1932 de Britse Gemenebest-Conferentie gehouden, waar uit economische samenwerking tussen gelijkwaardige rijksdelen een nieuwe coalitiegedachte geboren werd, die ook binnen Zuid-Afrika haar invloed deed gelden. Uit al deze factoren ontstond in 1934 de fusie tussen de nationalisten van Hertzog en de Zuidafrikaanse Partij van Smuts (2 Hertzog). Uiteraard was de kleine Nationale Partij, die aan het samensmelten met de Smuts-mannen niet wilde meedoen, (onder leiding van Malan) sterker dan tot dusver republikeins gericht. De nationale bezieling, die uit de Voortrekker-gedenkfeesten in 1938 voortsproot, kwam grotendeels aan de Nationale Partij ten goede. Toch werd zij pas weer werkelijk krachtig toen in 1939 bij de oorlogsverklaring aan Duitsland de grote meerderheid van Hertzog’s volgelingen weer in de Nationale Partij terugkeerde (z Malan, D. F.).
Voor de verdere geschiedenis van de partij z Herenigde Nasionale Partij. Sinds deze echter in 1948 aan het bewind is gekomen, heeft zij besloten zich in het dagelijks spraakgebruik weer „Nasionale Partij” te laten noemen (z ook Zuid-Afrika, geschiedenis).
PROF. DR M. BOKHORST.