Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NANKING (stad)

betekenis & definitie

(Kiangning), belangrijke handelsstad in de Chinese provincie Kiangsoe, gelegen aan de Z. oever van de hier bevaarbare Jang-tsekiang, op 210 km van de monding, telt (1946) ca 807 000 inw. Nanking was tot aan het einde der 14de eeuw de hoofdstad van het Chinese Rijk en toen de grootste en volkrijkste stad ter wereld, met beroemde tempels, grote paleizen en praalgraven van Chinese keizers.

In 1928 werd de stad opnieuw de hoofdstad, totdat Japanse troepen haar veroverden (1937) en er een marionetten-regering stichtten, die echter geen erkenning vond in het buitenland.De oude bouwwerken zijn vrijwel alle verdwenen, vooral tijdens een belegering in 1864.

De nijverheid omvat fabricage van katoenstoffen („Nanking”, z hiervoor), zijde, papier en porselein. Belangrijker is de culturele functie van de stad. Het is de zetel van de Nationale Z.O. Universiteit en vele bibliotheken. Rondom de stad loopt een 30 km lange muur, die uit de tijd van de Mingdynastie (14de tot 17de eeuw) stamt. De omgeving is moerassig en ongezond. In 1946 werd de stad opnieuw tot hoofdstad verklaard, totdat de communisten haar bezetten en het bestuur verplaatsten naar Peking.

Lit.: H. Schmitthenner, Chin. Landschafte u. Städte (1925); A. T. Hob art, Within the Walls of N. (Cape 1928).

< >