noemt men parasitisme van vliegenlarven in het menselijk of dierlijk organisme. Men onderscheidt huidmyiasis en holtemyiasis.
Holtemyiasis bestaat bijv., wanneer larven van vliegen in neus, mond of keelholte of in de uitwendige gehoorgang leven. Gewoonlijk zijn dit vliegen van de soorten Oestris, Lucilia, Sarcophaga en Calliphora. Er kan hierdoor heftige ontsteking met versterf van het weefsel ontstaan, terwijl er gevaar bestaat, dat de ontstekingshaard naar de schedelholte doorbreekt, met als gevolg dodelijke hersenvliesontsteking. Zeldzaam is de darmmyiasis, waarbij de mens levende vliegenlarven in de darm herbergt.Huidmyiasis ziet men in drie vormen. Ten eerste kunnen in reeds bestaande verwaarloosde wonden (bijv. op het slagveld) vliegen eieren leggen waaruit zich larven ontwikkelen: Sarcophaga (vleesvlieg), Oestrida (paardenvlieg) en Musea (de gewone huisvlieg) zijn gewoonlijk de schuldigen. Een andere myiasis is de creeping eruption waarbij vliegenlarven zich onder de opperhuid voortbewegen en lange gangen maken. Ten slotte ziet men vooral bij Dermatobia cyaniventris dat de larve in de huid zetelt doch zich niet verplaatst: er ontstaat dan een locale ontsteking die meestal naar buiten doorbreekt,
PROF. DR W. KOUWENAAR.