Utrechtse gemeente van 3048 ha, gelegen in het gebied van „De Ronde Venen”, met (1951) 5500 inw., van wie 52 pct Prot., 43 pct R.K., en 5 pct onkerkelijken, is gelegen in de N.W.-hoek van Utrecht en grenzend aan de provincies Zuid- en Noord-Holland.
Van Mijdrecht wordt voor het eerst gewag gemaakt in 1085, toen bisschop Koenraad aan Anselmus, de proost van St Jan, veen- en moeraslanden ten geschenke gaf in „Midreth”, met het recht er het geestelijk en wereldlijk gezag - waaronder het „halsregt” — uit te oefenen. Blijkens het charter van 1085 bestond Mijdrecht toentertijd uit „moerige Veenlanden”. Door afgraving van het laagveen ontstonden plassen, die door droogmaking en inpoldering werden herschapen in vruchtbaar land. Aldus ontstonden de thans nog aanwezige „Eerste, Tweede en Derde Bedijking der Mijdrechtsche Droogmakerij”.
Het hoofdmiddel van bestaan vormden voorheen de veenderij en de veeteelt en enige landbouw en tuinderij. Nog heden ten dage neemt Mijdrecht als kaas producerend centrum een belangrijke plaats in (zgn. zelfkazers'). Langzamerhand hebben zich in deze gemeente industrieën gevestigd (grafisch grootbedrijf, rijwielonderdelen, cosmetische en pharmaceutische producten, galvanische artikelen en meubelend.
Eertijds stond in deze gemeente het Huis te Mijdrecht, hetwelk in 1572 door Adriaan van Duivenvoorde, die met 500 man het dorp binnenviel, werd afgebrand.
De Drecht, de Amstel en de Kromme Mijdrecht vormen een deel van de grens dezer gemeente. Vooral de Kromme Mijdrecht met haar rietvelden is des zomers een recreatie-oord voor watersportliefhebbers. Tot de gemeente behoren het dorp Mijdrecht (1951: 3000 inw.), de buurtschappen Amstelhoek, Amstelkade en Mennonietenbuurt (1600 inw.), De Hoef en Kromme Mijdrecht (700 inw.) en Vrouwenakker en Blokland (200 inw.).
Lit.: C. Schiere, Het bedrijf van de zelfkazers in Utrecht en Zuid-Holland (Utrecht 1938); F. H. de Bruijne, De Ronde Venen. Een sociaal-geographische studie van een gedeelte van het Hollandsch-Utrechtsch weidelandschap (Utrecht 1940); Rapport betr. een onderzoek naar de sociaal-geogr. structuur v. M. (Utrecht 1948).