Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Marten CORVER

betekenis & definitie

Ned. toneelspeler (Amsterdam ged. 28 Dec. 1727 -1 Aug. 1794), verbond zich in 1748 aan de Amsterdamse schouwburg. Later begaf hij zich naar Parijs, waar hij de omgang genoot van de grote toneelkunstenaar Le Hain.

Na zijn terugkeer bleef hij tot in 1763 aan de Amsterdamse schouwburg verbonden. Toen richtte hij een afzonderlijk toneelgezelschap op, dat voorstellingen gaf te ’s-Gravenhage, Rotterdam en Leiden. Als directeur beijverde hij zich om het vaderlands toneel een grote hervorming te doen ondergaan. Te ’s-Gravenhage gevestigd, stichtte hij er in 1768 een schouwburg en speelde er geregeld, ondersteund door een jaarlijkse toelage van 3000 gulden, hem door de stadhouder toegekend.

In 1776 werd hij benoemd tot directeur van de schouwburg te Rotterdam, doch legde 3 jaar later die betrekking neer.Corver was feitelijk de grondlegger van het onderwijs in toneelspel in Nederland. Als tegenstander van de Amsterdammer Punt streefde hij naar eenvoud en natuurlijkheid, zich hierbij beroepende op het onderricht, dat Shakespeare in Hamlet aan de toneelspelers geeft en op Molière’s critiek op het vals declameren in l’Impromptu de Versailles.

Bibl.: Tooneel-aanteekeningen (Leiden 1786); Iets voor oom en neef (’s-Hage 1787).

Lit.: Ben Albach, Jan Punt en Marten Corver (1946).

< >