Spaans schilder (Badajoz ca 1500 - 9 Mei 1586), was een mysticus, genaamd „el divino”, de goddelijke, wegens het uitsluitend religieuze thema van zijn werken en de vroomheid van zijn inspiratie. Zijn figuren zijn lang en hoekig en staan meer onder de invloed van sommige Vlaamse meesters dan van Greco.
Als onderwerp koos hij bij voorkeur de Madonna met het Kind (o.a. Prado, Madrid en Ermitage, Leningrad), of de Pietk (o.a. Prado, Madrid). Hij werkt over het algemeen in donkere, bruine tonen, met sterk sprekende realistische details (tranen, bloeddroppels). Philips II gaf hem eens de opdracht het Escoriaal met schilderwerk te versieren, doch was ten slotte zo weinig tevreden met de resultaten, dat hij het verder zonder hem wist te stellen.DR M. ELISABETH HOUTZAGER
Lit.: Valerian von Loga, Die Malerei in Sparden (Berlin, 1923); p 115 v.v.; E. Lafuente Ferrari, Breve historia de la Pintura española (Madrid 1946), p. 98-101.