(Latijn: brevis, kort) is een pauselijk document van minder belang dan een bul, eenvoudiger van stijl en van vorm, in gewone letter geschreven meestal in het Latijn, op panier of fijn wit perkament, en gestempeld met 'het rode stempel van de vissersring. Als opschrift draagt de Breve de naam van de regerende paus, bijv.
Pius PP. XII, tevens de burgerlijke datering, maar wordt niet door de paus ondertekend. In zijn plaats ondertekent de kardinaal-staatssecretaris of, als ze van minder gewicht zijn, de kanselier van de breven. Zij worden door de secretaria brevium verzonden.
De belangrijkste breven zijn met de bullen in bullaria verzameld.De breven zijn tegen het einde van de 14de eeuw in gebruik gekomen (het oudst bekende exemplaar dateert van 1402). Sinds paus Paulus II (1464-1471) zijn zij ook gebezigd voor de verlening van genadebewijzen, die tot dien slechts onder bul was geschied, en zijn zij het meest voorkomende pauselijke oorkondentype geworden. Terwijl de ,,bullen” ten aanzien van het schrift zeer conservatief zijn en de Gothische minuskelletter, hoewel sterk misvormd, bewaren tot 1878, doet in de breven reeds onder paus Eugenius IV (1431-1447) het Renaissanceschrift zijn intrede. Bijzondere registers der breven, ten getale van ca 7600 dln tot 1846, bevinden zich in het Vaticaanse archief,
P. H. L. VAN DER LAAN
DR A. G. JONGKEES.