Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LANCASHIRE

betekenis & definitie

of Lancaster, graafschap in het N.W. van Engeland, telt op 4834 km (1949) 5 116 000 inw., d.i. 1058 per km. Een smalle strook van Westmoreland splitst het graafschap in 2 delen.

Het kleinere noordelijke deel, Furness genaamd, tussen de Morecambe- en Duddonbaai gelegen, is langs de kust vlak, doch in het binnenland met uidopers van het Cumbrische Gebergte bedekt (deel van het Lake District met Windermeer en Conistonmeer). Het verheft zich daar in de Oldman tot 785 m. Het zuidelijk hoofddeel van Lancaster grenst in het O. aan het Penninisch gebergte, waarvan de westelijke uitlopers, de Bowland Fells en de Rossendale Fells, voor het grootste deel binnen de grenzen van het graafschap vallen, en gescheiden worden door het bekken van de Ribble.In Furness vindt men rotsen van silurische vorming, doorbroken door graniet en porfier. In het zuidelijk gedeelte van het graafschap, in het dal der Mersey, vindt men trias (bontzandsteen) en tussen de Mersey en de Ribble het carboon; de vlakke kuststreek bestaat uit alluvium. De voornaamste rivieren zijn de Duddon, de Leven, de Kent, de Lune, de Wyre en de Ribble en aan de zuidelijke grenzen de Mersey, alle met ondiepe monden en voor een deel door een reeks kanalen bevaarbaar gemaakt, die zich te Manchester verenigen en voor het binnenlands verkeer van belang zijn. Van meer belang voor het verkeer is het dichte net van spoorwegen. In het Z. vormt het Manchester Ship Canal de zeeweg voor deze stad. Het klimaat is zacht, maar na dat van Cumberland het vochtigste van geheel Engeland. Landbouw en veeteelt zijn betrekkelijk van weinig betekenis. Grasland neemt de grootste oppervlakte in, nl. 49,1 pct, bouwland 16,7 pct. natuurlijke weiden 16,7 pct en bos 3,3 pct. In het N. en N.W. houdt men veel schapen.

Van meer betekenis zijn de mijnbouw en de industrie. De mijnbouw omvat in hoofdzaak steenkolenmijnbouw; van de 3 kolenvelden is dat tussen St Helens en de Irwell (met Wigan als middelpunt) het voornaamste. De voornaamste industrietak is de katoenindustrie, welke zich hier heeft ontwikkeld als de opvolgster van een reeds in de 16de eeuw bestaande linnen- en wolnijverheid; de aanwezigheid van zacht water dat door de zandsteen van het Penninisch Gebergte geleverd wordt, en van steenkool, de nabijheid van een zeehaven (Liverpool) en de ontwikkeling van het spoorwegnet (reeds in 1850 waren er 3 spoorlijnen tussen Manchester en Liverpool) hebben op de groei van de katoenindustrie zeer bevorderend gewerkt. De katoenindustrie die, naar het aantal arbeiders, 84 pct van de totale Engelse katoennijverheid omvat, is sterk gespecialiseerd, doch — in tegenstelling met Twente — zwak geïntegreerd; zo is de spinnerij vnl. om Manchester geconcentreerd: Bolton (vooral fijne garens), Bury, Rochdale, Oldham, Stalybridge, Wigan, Stockport enz., hoewel weverijen hier geenszins geheel ontbreken. Manchester heeft o.m. blekerijen, doch is vnl. de zetel van de handel in garens en weefsels, van finishing-bedrijven, van de verpakkingsindustrieën, terwijl het voorts (samen met Liverpool) het distributiecentrum van ruwe katoen is. Daarentegen is de katoenweverij vooral in het Ribblebekken geconcentreerd: Burnley, Colne en Nelson (voorheen centra van de wolnijverheid), Accrington, Blackburn, Preston, Chorley enz. Burnley en Blackburn vervaardigen vnl. grove weefsels, Preston — tevens een wereldcentrum van de kunstzijde-(rayon-) industrie (Courtaulds) — in het bijzonder fijne stoffen. Enige wolindustrie is nog gevestigd in Bury en Rochdale. Belangrijk is ook de machine-industrie, die in dit industriedistrict zelf een afzetgebied vindt; zij omvat de vervaardiging van textielmachines (Blackburn, Burnley, Bury, Salford), locomotieven (Manchester), kabels (Manchester), machines (Salford), draadnagels, gereedschappen enz. De chemische industrie, een uitloper van die van Cheshire is vnl. gevestigd langs de Mersey; Widnes, Port Sunlight en Warrington hebben zeepfabrieken, St Helens glasfabrieken. Liverpool heeft scheepswerven; langs het Manchester Ship Canal ligt een aantal grote staalfabrieken. Fleetwood is de vissershaven voor dit gebied, Blackpool de voornaamste badplaats. De hoofdstad is Lancaster.

Lit.: An Industrial Survey of the L. Area (1932, Board of Trade); H. Whitaker, A. Descriptive List of Printed Maps of L. (1938); F. Walker, Hist. Geography of S.W. Lancaster (1939); W. Smith, L., the Land of Britain (1941).

< >