in het oude Rome dienaren, meestal vrijgelatenen, die vóór hoge ambtenaren en priesters uitgingen en de fasces, het symbool van het imperium, droegen, die bij imperatoren (tot overwinnaar uitgeroepen veldheren) en keizers bovendien met laurier bekranst waren.
Deze gewoonte was zeer oud: zij ging op de koningstijd terug en was wellicht van Etrurische oorsprong. Het aantal lictoren wisselde van 2 tot 24. Oorspronkelijk voltrokken de lictoren de doodstraf, later dienden zij alleen om de menigte op een afstand te houden. Tijdens de keizertijd bleef het gebruik. Behalve de magistraten hadden ook de Jlamen Dialis (priester van Jupiter) en de Vestaalse maagden lictoren.