Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Lewis Richard FARNELL

betekenis & definitie

Engels archaeoloog en klassiek-filoloog (Salisbury 19 Jan. 1856 - Dorset 28 Mrt 1934), werd in 1914 rector van Exeter College, Oxford, en in 1926 vice-kanselier van de universiteit aldaar. Begonnen als archaeoloog legde hij zich gaandeweg toe op de studie van de Griekse religie, die toen nog weinig in Engeland volgens de vergelijkende en wetenschappelijke methode werd beoefend, vestigde zijn naam door zijn werk The Cults of the Greek States (5 dln, 1896-1909), gevolgd door een supplement Greek Hero-Cults and Ideas of Immortality (1921).

Bibi.: The Evolution of Religion (1905); Greece and Babylon, a comparative sketch (1911); The Higher Aspects of Greek Religion (1912); Outline History of Greek Religion (2nd ed., 1921); The works of Pindar (3 dln, 1930-1932).

Lit.: R. R. Marett in Proceedings of the British Academy, dl XX (1934).

< >