Sir, Engels historicus en essayist (Londen 28 Nov. 1832 -22 Febr. 1904), werd in 1859 Anglicaans geestelijke, maar legde wegens wijziging van overtuiging zijn functie in 1875 neer. Hij was een der vooraanstaande agnostici en in alle opzichten typerend voor het Victoriaanse liberale tijdperk van moralisme en rationalisme.
Bovendien was hij een bekend Alpinist. Hij werkte mede aan diverse periodieken als zeer vruchtbaar literair criticus en publicist op verschillend terrein. Van 1871-’82 leidde hij het Cornhill Magazine, van 1882-’91 de Dictionary of National Biography. Zijn historische en literaire geschriften worden gekenmerkt door hun intellectuele integriteit, kennis van zaken en onafhankelijk oordeel en hebben heden zeer weinig van hun waarde verloren, al overweegt in zijn literaire appreciaties het moralistische over het aesthetische element. Virginia Woolf was zijn dochter.Bibl.: Samuel Johnson (1878); Alexander Pope (1880); Swift (1882); George Eliot (1902); Hobbes (1904); Hours in a Library (3 dln, 1874-1879); Studies of a Biographer (4 dln, 1898-1902); Essays on Freethinking and Plainspeaking (1873); History of English Thought in the 18th Century (2 dln, 1876); The English Utilitarians (3 dln, 1900); Science of Ethics (1882); The Playground of Europe (1871, over Alpinisme); Coll. Essays, 10 dln (1907).
Lit.: F. W. Maitland, Life and Letters of L. S. (1906); F. Thompson, Sir L. S. as a Biographer (1915); Virg. Woolf, The Captain’s Death-Bed (1950); N. G. Annan, L. St., his Thought and Character (1951).