Hongaars violist en vioolpaedagoog (Veszprém 9 Juni 1845 - Dresden 16 Juli 1930), studeerde aan het Conservatorium te Boedapest, werd vervolgens leerling van J. Dont en J.
Joachim. In 1863 werd hij concertmeester te Dusseldorp, in 1866 in dezelfde positie te Hamburg, twee jaar later vertrok hij naar St Petersburg als soloviolist van den tsaar en hoogleraar aan het Conservatorium. Van 1887-1892 dirigeerde hij de concerten van de keizerlijke Russische Muziekvereniging. In 1895 werd hij in de adelstand verheven, in 1903 tot staatsraad benoemd. Van 1911-1914 woonde hij in de buurt van Dresden, ging echter in 1914 terug naar St Petersburg en in 1918 naar New York. Een groot aantal befaamde violisten, o.a. Heifetz, Zimbalist, Elman, Kathleen Parlow, Isolde Menges en Cecilia Hansen, heeft zijn opleiding aan Auer te danken.Bibl.: Violin playing as I teach it (1921); My long life in music (1923); Violin masterworks and their interpretation (1925).