Nederlands zoöloog en letterkundige (Alphen a. d. Rijn 11 Mrt 1828 -Apeldoorn 15 Jan. 1900), promoveerde in 1852 te Leiden in de natuurfilosofie.
In hetzelfde jaar werd hij leraar aan de Mil. Akademie te Breda, later hoogleraar; in 1864 leraar aan de H.B.S. te Deventer en in 1866 directeur dier school (tot 1876). Hij schreef verschillende voor het onderwijs bestemde boeken over natuurlijke historie, maar verwierf vooral bekendheid door vertalingen van belangrijke werken der wereldliteratuur, met name door zijn zeer geprezen Shakespeare-vertaling.Bibl.: Volledige vertaling van Shakespeare’s werken (12 dln, 1884-1888, 5de dr. 1941-1945); Aeschylos’ Prometheus (1880); de Zeven tegen Thebe (1891); de Perzen (1894). Aeschylus en Sophokles, Treurspelen vertaald in de versmaat van het oorspronkelijke (voltooid en bezorgd door L. A. J.
Burgersdijk Jr., 1903).
