(latijn voor Lars Andersson), Zweeds kerkhervormer (ca 1470 - 14 Apr. 1552), was aanvankelijk aartsdiaken en eerste prelaat in het kapittel te Strängnas en apostolisch notarius in Zweden. Hij voelde nationaal, ook op kerkelijk terrein en verkreeg onder Gustaaf I ongeveer de positie van eerste minister.
Op 21 Febr. 1524 schreef hij een beroemd geworden brief aan de kloosterlingen te Vadstena, waarin hij o.m. de Kerk als de gemeenschap der gelovigen omschreef, niet het geloof veranderen wilde maar wel de lectuur van Luther aanbeval. Met Olaus Petri werd hij de leidende figuur der Reformatie, met name op de kerkvergadering te Örebrö (1529). Beiden hebben ook taalscheppend werk verricht. Om zijn strijd voor de zelfstandigheid der Kerk tegenover de kroon werd hij van hoogverraad beschuldigd, doch begenadigd zodat hij zich in stilte kon terugtrekken.Lit.: K. H. Rundgren, L. A. (1886): N. Lindquist, Om L. A.’s harkomst och studier (1917); H. Holmquist, Den Svenska Reformationens begynnelse 1523-1531 (1923; Duitse uitgave 1925).