Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LARA DJONGGRANG

betekenis & definitie

Hindoe-Javaanse tempelgroep in de Prambanan-vlakte, ten O. van Djokja, waarschijnlijk gesticht ca 900 als rijkstempel, tevens vorstelijke begraafplaats, en gewijd aan de oppergod Sjiwa. Op een tempelplein, omgeven door drie (aan de oostzijde vier) rijen bijtempeltjes, verheffen zich acht tempelgebouwen, drie aan de oost- en drie aan de westzijde, met de ingangen naar het plein, benevens telkens één aan de noord- en zuidkant (de zgn. „hoftempels”).

De middelste van de westelijke tempels is het hoofdgebouw; men kan het van vier zijden betreden en komt dan aan het eind van een hoge trap in een afzonderlijke kapel, terwijl de kapel aan de voorzijde dient tot vestibule van de daarachter gelegen tempelkamer. Deze laatste bevat het grote beeld van Sjiwa als Mahâdewa; de 3 kapellen dat van Sjiwa als Wijsheidschenker (Bhatâra Goeroe), zijn gemalin Doergâ en hun zoon Ganesja, de god met de olifantskop. De tempels naast die van Sjiwa, iets minder groot en met slechts één toegang, zijn aan Brahmâ en Wisjnoe, de beide andere leden der Hindoe-drieëenheid, gewijd. Boven het soubasement van elk dezer tempels is een balustrade aangebracht met sprekend reliëf: op de Sjiwa-tempel is uitgebeeld het heldendicht Râmâjana, dat zich op de Brahmâ-tempel voortzet, op de Wisjnoe-tempel de lotgevallen van Wisjnoe’s incarnatie als Krisjna.

Aan de voet van het eigenlijke tempellichaam zijn eveneens beeld voorstellingen aangebracht; op de Sjiwa-tempel de goddelijke Hoeders der windstreken, op de Brahmâ-tempel de redacteuren van de Weda, en op de Wisjnoe-tempel verschillende aardse manifestaties (awatâra’s) van die god. In de oostelijke rij bevat de middelste tempel het beeld van Nandi, de stier, Sjiwa’s rijdier, evenals afbeeldingen van de goden van Zon en Maan (Soerya en Tjandra) ; van de vier overige tempels is de bestemming onzeker.

Het gehele complex munt uit door de eenheid in de opzet en, vooral bij de grotere tempels, de fijne uitwerking van alle versieringsdetails; de Middenjavaanse kunst, waarvan Lara Djonggrang een der laatste scheppingen is, bereikt hier een harer hoogtepunten. De tempelgroep is het voorwerp geweest ener omvangrijke restauratie door de Oudheidkundige Dienst, die een groot deel van de hoofdtempel heeft doen herrijzen en de beide hoftempels zelfs geheel heeft herbouwd.

PROF. DR N. J. KROM +

Lit.: N. J. Krom, Inl. tot de Hindoe-Jav. kunst (’s-Gravenhage 1923; met uitv. lit.opg., Hdst. XII, waaraan nog toe te voegen Stutterheim, Rama-legenden und Rama-reliefs in Indonésien, München 1924).

< >