is een bosrijk, uit graniet, porfier en syeniet en verder zandsteen, conglomeraten, dolomiet en gips opgebouwd gebergte in Noord-Thüringen, door de Goldene Aue gescheiden van de in het N. liggende Harz. Het bereikt in de Kulpenberg 477 m hoogte.
De Kyffhauser is een horstgebergte, dat met steile breukrand tegen de Goldene Aue afbreekt. Men vindt er o.a. het jachtslot Rathsfeld, de ruïne Rothenburg (uit 1100 op 394 m hoogte), de ruïne Falkenburg (14de eeuw ca 1450 vernield) en de ruïne Kyffhauser (op 457 m hoogte; 1 ide eeuw gebouwd; na 1500 vervallen) Het 69 m hoge Kaiser Wilhelm Denkmal werd er door de Oudstrijdersverenigingen in de jaren 18901896 gebouwd. In het Z. van het gebergte ligt de 300 m lange Barbarossa- of Falkenburger grot. Naar de volkssage wil, is keizer Frederik I (Barbarossa), die in 1189 met een grote ridderschaar naar het Heilige Land trok en daar in 1190 door verdrinking om het leven kwam, niet dood, maar leeft hij in de berg Kyffhauser verder. Onbeweeglijk zit hij aan een marmeren tafel, waar zijn rode baard doorheengegroeid is; zijn ridders staan zwijgend rondom hem. Alle honderd jaren zendt hij een bode uit om te zien of de raven (symbool van de Duitse tweedracht) nog om de berg vliegen. Als zijn tijd gekomen is, zal hij op aarde terugkeren. Omstreeks 1840, toen de gedachte van het herstel van het Duitse Rijk aanhangers begon te krijgen, is deze sage (de „Kyffhausersage”) o.a. in een gedicht van Em. Geibel Friedrich Rotbart zeer bekend geworden.Lit.: Grimm, Deutsche Sagen (1816-’18), Nr 23; F. v. d. Leyen, Deutsches Sagenbuch III (1919-’20), 162; 208.