Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KWANTOENG

betekenis & definitie

is het zuidelijk deel van het Mandsjoerijse schiereiland Liau-toeng en telt op een oppervlakte van ruim 3700 km (1940) 1 360 000 inw. Het omvat tevens een aantal eilanden aan weerszijden van het schiereiland.

De grote strategische betekenis van dit gebied is gelegen in de aanwezigheid van een uitstekende, ijsvrije haven, nl. de door de Russen aangelegde oorlogshaven Port Arthur, die als marinebasis de toegang tot Peking beheerst. China werd in 1898 gedwongen dit gebied voor 25 jaar af te staan. De Russen legden toen een spoorlijn aan en stichtten aan de even noordelijker gelegen Ta-lien-wanbocht een vrijhaven, Dalny (= „de verre”),-thans Dairen. De spoorlijn kwam in 1908 tot Port Arthur gereed en verbond dus deze haven, via Moekden en Harbin, met de spoorwegnetten van Noord-China en Rusland. Na de Russische-Japanse oorlog kwam Kwantoeng bij de vrede van Portsmouth van 1905 aan Japan, te zamen met het beheer over de Zuidmandsjoerij.se spoorweg. In 1915 werd de pacht door China tot 1997 verlengd. De administratieve centra werden Port Arthur en Dairen. Na 1932 werd het gebied geheel opgenomen in de Japanse vazalstaat Mandsjoekwo. Bijna de gehele buitenlandse handel van deze staat ging via Kwantoeng; de voornaamste uitvoerproducten waren soyabonen, -olie en -koeken; vooral machinerieën werden ingevoerd. De landbouw in Kwantoeng levert, behalve soyabonen, ook tarwe, maïs, gierst, hennep, aardnoten, tabak en groenten. Verder is er een belangrijke visserij, zoutindustrie, soyaverwerking, ijzergieterij, leder-, papier-, cement-, glas-, steen-, bier- en zeepindustrie, vergemakkelijkt door de aanwezigheid van goedkope arbeidskracht en brandstof. Na Wereldoorlog II werd dit gebied bij het Chinees-Russische verdrag van 1945 weer aan Rusland afgestaan.

< >