(in het Chinees: Ta-lien, in het Russisch Dalny of Dalni geheten), stad in China (Mandsjoerije) op het schiereiland Liaotoeng (Liaotung) op 39° o' N.Br. en 121° 35' O.L. v. Gr. aan de Gele Zee gelegen.
In 1858 was de baai van Dairen (Victoriabaai) de marinebasis voor de Engelse en Franse vloot. In 1887 en 1892 werden er door de Chinese regering versterkingen gebouwd In 1898 werd het gebied door Rusland voor 25 jaar gepacht en kreeg de stad de naam Dalny (Dalni). In de Russisch-Japanse oorlog werd het door de Japanners bezet en bij de vrede van Portsmouth (V.S.) van 5 Sept. 1905 deed Rusland er afstand van ten gunste van Japan. Het kreeg nu de naam Dairen, dat is de Japanse uitspraak van de oorspronkelijke Chinese naam Ta-lien.
Bij verdrag, 25 Mei 1915, tussen China en Japan werd de pacht met 14 jaar verlengd tot 1937. Na Wereldoorlog II is het gebied van Dairen met Mandsjoerije weer aan China teruggekomen. Bij het verdrag van 14 Aug. 1945, tussen China en de Sovjet-Unie gesloten, werd overeengekomen dat Dairen een vrijhaven en Port Arthur een gemeenschappelijke marinebasis voor 30 jaar zouden zijn.Dairen heeft een zeer mooie natuurlijke haven, aangevuld door kunstwerken. Ten Z. van de kunsthaven Tuto ku (of Hatoba ku) ligt het centrale deel van de stad dat zich onder auspiciën van de Japanners (in casu de Zuidmandsjoerijse Spoorweg Maatschappij) tot een moderne handels- en industriestad heeft ontwikkeld.
De municipaliteit Dairen telt (Juli 1946) ca 600 000 inw., de eigenlijke stad ruim 440 000 zielen. Dairen, dat de haven was voor het Japanse nachtgebied Kwantoeng en van het in de jaren ’30 geheel bezette Mandsjoerije en de onafhankelijke staat Mandsjoekwo, was het eindpunt van de Zuidmandsjoerijse Spoorweg Maatschappij. Vooral in de latere jaren was vrijwel het gehele handelsverkeer op Japan gericht.
H. A. BOMER.