of Ku Klux Clan is een geheim genootschap in de V.S. De eerste vereniging van die naam ontstond in het Z., kort nadat dit de Burgeroorlog (1861-1865) verloren had; zij werd gesticht in 1866 te Pulaski (Tenn.).
De naam gaat terug op Kukloi, het meervoud van het Griekse Kuklos = cirkel. Ku Klux werd de verbastering hiervan, het oude Keltische „Klan” werd bijgevoegd terwille van de alliteratie.Oorspronkelijk weinig verschillend van de talrijke geheime verenigingen en loges in de V.S. die tijdverdrijf en vriendschappelijk verkeer tussen plaatsgenoten tot doel hebben, werd de K.K.K. door de omstandigheden waarin het Zuiden verkeerde tijdens de zgn. „Reconstructie” een organisatie, waardoor de zuidelijke blanken het ingrijpen van het Noorden in de sociale structuur van het verslagen landsdeel trachtten te dwarsbomen. Mede door gebruik te maken van de bijgelovigheid van de onontwikkelde negers, trachtte de Klan door schrikaanjaging, geheimzinnige optochten, brandende kruisen, veemgerichten, geseling van „weerbarstige” negers, brandstichting en andere terreurdaden, de negers van de stembus verwijderd te houden en in het bijzonder de blanke suprematie door buitenwettelijk optreden met geweld te handhaven. Talrijke plaatselijke afdelingen ontstonden, met waardigheidsbekleders die bizarre en hoogdravende namen droegen (De Grote Cycloop, Opperste Tovenaar, Geheime Turk, enz.). In 1867 was de Klan geheel geworden een geheim genootschap dat zich sociale regulatie ten doel stelde. Het speelde een belangrijke rol in de omverwerping van het „carpet bag” bestuur in de zuidelijke staten en bereikte grote macht in de jaren 1867 en 1868. Spoedig deelde de Klan het lot van welhaast alle geheime organisaties en werd gedomineerd door de minder verantwoordelijke elementen. De „Groot Tovenaar” (generaal Forrest, een zuidelijk aristocraat) ontbond de Klan die „haar werk gedaan had”. De misdaden hielden aan, tot de federale regering uitzonderingswetten aannam en door militair ingrijpen een eind maakte aan de ongeregeldheden (1869).
De tweede Klan ontstond in 1915 uit een club, opgericht in Atlanta (Georgië). „Kolonel” Simmons, de stichter, half charlatan, half sentimenteel idealist en dromer, wist in de oorlogs- en na-oorlogsjaren, waarin de V.S. een periode kenden van grote vrees voor allerlei „ismen”, een aantal volgelingen te werven, „Ridders van het Onzichtbare Rijk”, die hem, de „Imperial Wizard (Keizerlijk Tovenaar)”, trouw dienden te zweren. De vermomming bestond uit dezelfde pij (met rood kruis) en kap als die van de oude Klan, het program der beweging was vaag maar ook weer negatief: men was vóór de „oud-Amerikaanse idealen” en tegen de negers, de Katholieken, de Joden, de immigranten. In 1920 kreeg Simmons de steun van twee beroepsorganisators en promotors: Edward Young Clarke en zijn vriendin Elisabeth Tyler. Door hen nam in 1920 het ledental toe van 5 000 tot 100 000. De Klan liet op reusachtige schaal propaganda voeren en onderhield de verdachtmaking van de Katholieke Kerk alsmede de lastercampagnes tegen andere minderheden. Grote baten vloeiden naar de leiding, de verkopers der lidmaatschappen en de lagere leiding, die men te zamen mag zien als de kapitalisators van haat, vooroordeel en ressentiment. De tweede Klan veroorzaakte een golf van terreur en misdaad in Amerika (alleen in 1923 kwamen er in Oklahoma meer dan 2350 geselingen voor!), verbrandde Katholieke kerken, was verantwoordelijk voor tal van lynchings, verkreeg ook in het N. en W. vaste voet, bereikte een machtspositie zonder weerga, beheerste het politieke bestel in enkele staten (Indiana o.a.), paradeerde overdag met 30 000 vermomde Klan Ridders in Washington D.C., bereikte in 1923 een aanhang van 2 à 3 millioen, en was over het geheel een virulent symptoom van de verweermentaliteit der kleine blanke burgerij in Amerika, die bang was dat de V.S. hun Angelsaksisch en puriteins Protestants karakter zouden verliezen. In deze zelfde jaren werden in de V.S. de wetten aangenomen, die de immigratie drastisch beperkten, kwam de prohibitie (drooglegging) tot stand, was er algemene belangstelling voor de rassenleer, las men auteurs als Lothrop Stoddard, Madison Grant en ook William McDougall, die de suprematie van de „bij uitstek voortreffelijke” „Noordse mens” verkondigden, ontstonden de sterilisatiewetten, toonde het „apenproces” te Dayton (Tenn.) de afkeer van de evolutieleer, wendden de V.S. zich af van Europa en de Volkenbond. De Klan trad op als de kampioen der traditionele nationale moraal, voerde een „heilige oorlog” tegen de vijanden van stro die de hoofdleiding verzon. Het probleem van de Klan is dat van de koppige, critiekloze waanvoorstelling in een maatschappij waarin de massa-mens is ontstaan en die mogelijkheden biedt voor demagogische exploitatie van het ignobele in de mens. Deze nationalistische koorts manifesteerde zich het krachtigst in het Z.W., ook wel in het Midden-Westen, was weinig krachtig in het Z., was elders niet afwezig, maar betekende steeds weinig in de grote steden en op het platteland, vond haar aanhangers in hoofdzaak in de landstadjes die als verzorgingskernen van het omringende platteland de kaart van de V.S. bespikkelen.
Het Congres stelde een grondig onderzoek in, maar kon niet optreden. Het dagblad de „New York World” was de machtigste vijand van de Klan.
Na 1924 verliep de beweging. De ongeschiktheid van haar organisatievorm voor het bedrijven van politiek, o.a. door de volkomen autonomie der plaatselijke afdelingen, haar structurele zwakte, voorts de schandalen en twisten bij de leiding (Simmons werd door de anderen ten slotte uitgekocht voor $ 300 000); de snel toenemende, algemene welvaart na 1923 en het verdwijnen der vreespsychose in het land droegen bij tot het déclin. Toch bleven tal van Klan-kernen en soortgelijke verenigingen onder andere namen bestaan, stonden deze ten dele in de jaren dertig en ook nog tijdens Wereldoorlog II in relatie met de ,.Deutsche Bund”, en steunden de Duitse Nazi’s naar vermogen het Amerikaanse proto-fascisme van de Klan.
Na afloop van Wereldoorlog II hebben in verschillende delen der V.S. weer manifestaties van de Klan plaats gevonden. Een herleving van het verschijnsel schijnt niet uitgesloten, is volgens sommigen zelfs te verwachten indien een langdurige economische depressie in de V.S. mocht optreden en de krachten mochten verzwakken die na afloop van Wereldoorlog II de reactionnaire verschijnselen voorkwamen, welke na Wereldoorlog I zich zo krachtig deden gelden.
PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER
Lit.: H. P. Fry, The Modern K. (Boston 1922); W. J. Simmons, The K. unmasked (Atlanta 1923); J. M. Mecklin, The Ku Klux Clan: a Study of the American Mind (New York 1924, daarin lit.opgave); S. F rost, The Challenge of the K. (Indianapolis 1924); S. L. Davis, Authentic History: K. I8Ö5-77 (New York 1928); André Siegfried, Les Etats-Unis d’aujourd’hui (5e éd. 1928).