Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KROATIË

betekenis & definitie

(Hrvatska) is één der zes federale Joegoslavische republieken en telt op een oppervlakte van 61 000 km2 (1948) 3 749 000 inw. Het grenst in het W. aan de Adriatische Zee, in het N, aan Slovenië, in het N.O. aan Hongarije, in het O. aan Wojwodina en in het Z. aan Bosnië-Herzegowina en omvat o.m. het grootste deel van het schiereiland Istrië en een lange, smalle kuststrook tot aan de baai van Kotor.

De hoofdstad is Zagreb (Agram) met 290 400 inw.; de voornaamste steden zijn Rijeka-Soesjak (Fiume-Soesjak), Osijek, Split, Karlovac en Pulj (Pola) (z Joegoslavië).Geschiedenis.

In de Oudheid was Kroatië bewoond door Illyriërs. In 35 v. Chr. voegde Octavianus dit gebied als Pannonia bij het Romeinse imperium. Het kwam in 395 bij het Westromeinse rijk. De Oostgoten veroverden het in 489, Justinianus in 535 en de Avaren in 568 en in de 7de eeuw vielen de Kroaten het land binnen. Karel de Grote onderwierp het tegen het einde van de 8ste eeuw, nadat het geruime tijd betwist was geweest door de beide Romeinse rijken. In 877 erkenden de Kroaten de Byzantijnse opperheerschappij, in 900 maakten zij zich weer onafhankelijk en in 924 kroonden zij Tomislaw tot koning. Tot 1102 bewaarde Kroatië zijn onafhankelijkheid en kwam intussen geheel onder Westerse culturele invloed. In laatstgenoemd jaar werd Kroatië door het uitsterven der nationale dynastie in een personele unie verenigd met Hongarije.

Tijdens de Hongaarse heerschappij behield Kroatië zelfbestuur onder een eigen banus. Het Z.O. deel van het land werd in 1524 door de Turken veroverd. Het overige gedeelte, vergroot met stukken van Slavonië, bleef aan de Hongaarse kroon tot 1918. In 15921606 wisten de Turken echter bijna geheel Kroatië te bezetten, maar in 1699 moesten zij bij de vrede van Karlovitsj het grootste deel weer aan de Habsburgers afstaan. De Reformatie, die in de 16de eeuw hier vele aanhangers had gewonnen, was inmiddels door de Turken weer geheel uitgeroeid. Van 1809-1813 behoorden delen van Kroatië tot Napoleons Illyrische provinciën. Daarna kwam Kroatië weer onder Oostenrijk.

Na de opstand van 1848 werd het gebied met Slavonië tot een afzonderlijk Oostenrijks kroonland Kroatië-Slavonië gemaakt. Door de „Ausgleich” van 1867 werd Kroatië-Slavonië een deel van Hongarije. De bevolking verzette zich ten sterkste tegen de magyarisatiepolitiek der Hongaarse regering en de Zuidslavische eenheidsbeweging vond hier steeds meer aanhangers. Tijdens Wereldoorlog I werden de plannen voor een eenheidsstaat verwerkelijkt en in 1915 namen Kroaten te Londen deel in een Joegoslavisch comité. In Juli 1917 werd een overeenkomst gesloten inzake de stichting van een verenigd koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen. In 1918 brak in Kroatië een opstand uit tegen Oostenrijk en het gebied sloot zich in 1919 aan bij de nieuwe staat Joegoslavië.

JONGSTE GESCHIEDENIS

Weldra werden de Kroaten echter door de centralistische politiek van Belgrado teleurgesteld, die de in de oorlog op Korfoe met het Joegoslavische comité ondertekende declaratie schond. In plaats van het beloofde federalisme werd Joegoslavië een centralistisch bewind opgedrongen.

Daarna gingen de Kroaten in de oppositie en slechts kleine groepen hielden het nog met de Serviërs. De toeloop bij de Kroatische Boerenpartij van Stephan Raditsj werd enorm en hij preekte op demagogische wijze de losmaking van Kroatië. Deze houding werd door Belgrado beantwoord met daden van terreur, van herhaalde inhechtenisnemingen van de Kroatische partijleiders, om ze weer uit de gevangenis aan de regeringstafel te zetten, tot ten slotte de noodlottige schoten op 20 Juni 1928 van een Montenegrijnse afgevaardigde in het Parlementsgebouw te Belgrado vielen, die Raditsj en zijn naaste medewerkers het leven kostten.

Van dit moment af werd de Kroatische vraag acuut en de in het buitenland vertoevende emigranten verkregen een grotere invloed. De nieuwe partijleider van de Kroatische Boerenpartij, dr Matsjek, bereikte aan de vooravond van Wereldoorlog II in Belgrado een nieuwe constitutie op federatieve grondslag. Na het binnentrekken der Duitsers was hij de enige minister, die in het land verbleef, echter onder bewaking van de Oestasji. In 1945 vluchtte hij naar de V.S. De door Mussolini geïnstalleerde Oestasjileider (Poglavnik) Pavelitsj bood op 18 Mei 1941 de Kroatische kroon aan aan prins Aimone van Savoye, Hertog van Spoleto, die haar aanvaardde als Tomislaw II. Deze kwam echter nooit naar Kroatië, omdat Hitler na een onderhoud met de Poglavnik deze staat onder Duitse invloed wilde stellen. De jaloezie der twee asmogendheden weerspiegelde zich in de twee bezettingszones, die dwars door Kroatië liepen, en in onderlinge contacten van diverse strijdende groepen, die in de jaren 1943-’44 tot open hulp van de Italianen aan de Servische Tsjetniks leidden in hun strijd tegenover de Duitsers en Tito. In de verschrikkelijke burgeroorlog op Joegoslavisch gebied, vooral binnen de grenzen van de nieuwe Kroatische staat, verloor Pavelitsj, ook nadat hij na de val van Mussolini de Middeleeuwse grenzen van Kroatië hersteld zag (in 1941 waren de kustgebieden door Italië ingelijfd), de meesten van zijn aanhangers wegens de moordpartijen op de Serviërs en Joden, en hij ontvluchtte met een groepje van de Oestasji, eerst naar Vaticaanstad en van hieruit naar Argentinië. In Buenos Aires zitten op het ogenblik de meeste Kroatische fascisten, maar ook de grote Kroatische nederzettingen in de V.S. onder invloed van dr Matsjek koesteren de wens van de afscheiding van Kroatië uit het verband van Joegoslavië. Maarschalk Tito, zelf Kroaat, is ook een aanhanger van het federalisme en vormde naast de andere republieken een Kroatische Volksrepubliek, echter op de territoriale basis van het oude koninkrijk Kroatië-Slavonië (zie boven).

De moeilijkheid, het Servisch-Kroatische geschil op te lossen, ligt in hoofdzaak in de penetratie van honderdduizenden Servische families op Kroatisch grondgebied, geschied in de tijd der Turkse bezetting, waar ze de meerderheid veroverden. Een grenslijn tussen de twee stammen is moeilijk te trekken. Nieuwe wraakgevoelens ontstonden gedurende de Duitse bezetting toen de Kroatische fascisten dit probleem op een wrede wijze probeerden op te lossen door uitroeiing van de Servische bevolking.

Lit.: V. Sisich, Geschichte der Kroaten.

< >