zijn de gedroogde vruchtjes van een bijzonder kleine druivensoort Vitis vinifera L. var. apyrena. Deze wijnstok komt in Europa uitsluitend in Griekenland voor en wel hoofdzakelijk op de eilanden Cephalonia, Zante en in het district Patras.
Ook in Australië en Californië worden tegenwoordig krenten verbouwd. De cultuur schijnt samen te hangen met de bodemgesteldheid en is een monopolie van de Griekse regering. De krenten zijn klein, pitloos en zeer rijk aan suiker; ze bevatten o.a. 25 pct water, 1,5 pct eiwit, 62 pct suiker, 6 pct stikstofvrije oplosbare stoffen, 2,5 pct ruwvezel. Uit 2 kg vruchten wint men ½kg krenten. De vruchten worden met een houten vorkje van de struiken gerist en in de zon of in de schaduw gedroogd en daarna in stenen bakken gestampt, en moeten voor het gebruik dan ook grondig gewassen worden. De vraag naar krenten is zeer groot; de regering regelt in verband daarmee de productie; deze bedraagt in Griekenland 150 millioen kg.Lit.: G. Schneider, De krentenindustrie in Griekenland (Delft 1941).
Krentenwijn
is een zoete wijn, verkregen door alkoholische gisting van krenten. Het is een wijn van zeer inferieure kwaliteit, vnl. afkomstig uit Griekenland.