Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KORINTHIËRS

betekenis & definitie

Paulus’ brieven aan de. Paulus heeft vier of vijf brieven aan de Korinthièrs geschreven: 1 Kor. wordt vermeld in I Kor. 5 : 9, (een stuk er van bewaard in II Kor. 6 : 12-7 : 1 ?).

Dan volgt s Kor. = I Kor. in onze canon. Daarna kwam 3 Kor., de „onder tranen” geschreven scherpe brief, die in II Kor. 2 : 4; 7 : 8 vermeld is. Deze is verloren, tenzij II Kor. 10-13 een fragment zou zijn. Zo niet, dan kan men dit gedeelte beschouwen als een zelfstandig stuk, dat oorspronkelijk in ander verband heeft gestaan (4 Kor.). De brief, die in onze canon II Kor. heet. bestaat dan uit 3 Kor. en, o.m., gedeelten van andere brieven.Deze correspondentie valt in Paulus’ verblijf te Ephese (53-56, vgl. Hand. 18 : 23-21 : 6). Vooraf gingen: Galaten (indien gericht aan de Zuidgalatische plaatsen Iconium, Lystra en Derbe, wat zeer waarschijnlijk is geworden) en de beide brieven aan de Thessalonicenzen. 1 Kor. i : 10-4 : 20 behandelt zaken van Christelijke tucht, waarover hem mondeling bericht was, de rest handelt over punten, die in een brief uit Korinthe, door Stephanus, Fortunatus en Achaïcus overgebracht, aan hem waren voorgelegd. Daartussen vindt men in 11 : 2-16, 17-34 en 15--34, 35-58 practische en leerstellige zaken besproken, in 16 : 1-11 hier en daar, maar in 16 : 19-24 niets anders dan persoonlijke bijzonderheden en groeten.

II Kor. biedt groter moeilijkheden: is hier en daar een hartstochtelijk persoonlijk pleidooi. 1 : 152 : 13 handelen over Paulus’ persoonlijke betrekkingen tot de Korinthische gemeente, 2 : 14-7 : 4 over zijn apostolisch gezag, d.w.z. zijn ambt (2 : 14-16), taak (2 : 17-4 : 6), lijden (4 : 7-5 : 10), leven (5:11-6: 5), karakter (6 : 6-10), zijn persoonlijke gevoelens jegens de Korinthiërs (6 : 11-13, 7 : 2-4). Daarbij sluiten de hoofdstukken 8 en 9 aan, die over de „collecte” handelen. Tot en met hier ademt alles voldoening over een strijd, die voorbij is. In 10-13 keert Paulus zich fel polemisch tegen vijanden, die hij bij een komend bezoek onder handen nemen zal. Met vs 11-13 loopt de brief plotseling uit op vermaning, groet, zegenbede. Over deze tegenstanders van Paulus en de historische bijzonderheden der situatie is veel geschreven, niets echter, dat als definitief kan worden beschouwd: men raadplege daarvoor de grote handboeken der Inleidingswetenschap. De grote betekenis der brieven ligt in wat gezegd wordt over avondmaal en opstanding.

< >