zijn alle waren of mengsels, die koffie geheel of gedeeltelijk moeten vervangen. Men gebruikt tot dit doel o.a. gebrande gerst, eikels, erwten, cichorei, witlof, vijgen, aardnoten en dadelpitten.
Een opwekkende werking kunnen de surrogaten nooit hebben, daar ze geen cafeïne bevatten, en met koffie slechts in hoofdzaak door de kleur en de caramelsmaak overeenkomen; doch daar de uitgangsproducten veel zetmeel- en suikerrijker zijn dan de koffiebonen, heeft de er uit bereide drank een grotere voedingswaarde. Bekende soorten surrogaat zijn de peekoffie (uit cichorei) en de moutkoffie, waarbij men uitgaat van gerst, die men eerst aan een kiemingsproces heeft onderworpen, waardoor het zetmeel gedeeltelijk ontleed is. Vaak voegt men bij het zetten van de koffie in de vorm van Buisman's koffie gebrande suiker toe, die de kleur en de caramelsmaak van de koffie verhoogt. Sommige soorten koffie worden in de branderijen al door uitstrooien van poedersuiker op de nog hete bonen van een caramellaag voorzien.DR A. KLEINHOONTE
Lit.: Moeller-Griebel, Mikroskopie der Nahrungs- und Genussmittel, 3de dr. (Berlin 1928), p. 229-231.
