is een plaats in de Dobroedsja. Hier werd 21 Juli 1774 de vrede gesloten, welke een einde maakte aan de oorlog van 1768-1774 tussen Rusland en Turkije.
De Russen hadden in deze oorlog ontzaglijke voordelen behaald (z Turkenoorlogen), maar Frederik de Grote en keizer Jozef II hadden bij de Eerste Deling van Polen (1772) een anti-Russisch front gevormd, zodat Catharina II bij de vrede niet al te veel voordelen bedingen kon. Sultan Abdoel Hamid I (1774-1789) stond zijn suzereiniteit over de Krimtataren en over de Kaukasiërs af. Rusland kreeg het land tussen Dnjepr en Boeg, vrije handel op de Zwarte en Aegeïsche Zee, benevens het recht van toezicht over de handhaving der volledige godsdienstvrijheid van de Christenen in Walachije en Moldavië. Dat laatste heeft de tsaren in de 19de eeuw telkens in de gelegenheid gesteld zich met de zaken op het Balkanschiereiland te bemoeien.