naam van enige koningen van DENEMARKEN.
Knoet II, de Grote (988 - Shaftesbury 12 Nov. 1035), tevens koning van Engeland en Noorwegen, zoon van Sven I Vorkbaard, regeerde van 10141035. De onder zijns vaders leiding ondernomen krijgstochten in Engeland zette hij voort. Na de dood van koning Ethelred in 1016 sloot hij een overeenkomst met diens zoon Edmund en huwde hij zijn weduwe, de Normandische prinses Emma. Evenwel na Edmunds gewelddadige dood in 1017 verdreef hij diens broeders en verwierf zich de alleenheerschappij. Een door de koningen van Noorwegen en Zweden ondernomen plundertocht naar Sjaelland en de tot het Deense rijk behorende kustlandschappen aan de overzijde aan de Sont wist hij te keren; hij versloeg beiden in 1026 aan de Helgea. In het daaropvolgende jaar woonde hij te Rome de kroning bij van keizer Koenraad II; de keizer ontsloeg hem bij die gelegenheid van zijn verplichtingen als leenman. In Noorwegen had hij zich inmiddels aanhangers verworven onder de velen, die zich niet wensten te schikken in het gezag van koning Olaf II. Nadat op het einde van 1027 diens poging had gefaald om zich te verzoenen met zijn voornaamste tegenstander, was hij gedwongen de wijk te nemen, eerst naar Zweden, en nadien naar Rusland. Knoet maakte zich nu in 1028 meester van een aanzienlijk deel van Noorwegen en stelde zijn natuurlijke zoon Sven aan tot regent. Zijn wettige zoon Knoet had hij te voren benoemd tot regent over Denemarken; zijn enige dochter Gunnhild was de eerste echtgenote van keizer Hendrik III. Knoet was in de eerste helft van de 11de eeuw een der machtigste vorsten van Europa. Hij bewonderde de beginselen van Cluny en was een vriend der kerk.
Lit.: L. M. Larson, Canute the Great (Heroes of all Nations, London 1912).
Knoet IV, de Heilige (ca 1040 - Odense 10 Juli 1086), een der zoons van Sven II, eerste der Estritiden, regeerde van 1080-1086. Hij beschermde de kerk en bevorderde haar macht; maar had tevens te kampen met heftige tegenstand van adel en boeren, ten gevolge van wier onwil een tegen Engeland gerichte expeditie mislukte. Hij werd, bij een overval van Jutse oproerlingen, voor het altaar der Sint Albanuskerk te Odense gedood. Zijn heiligverklaring, bevorderd door zijn broeder Erik II, volgde in 1101. Feest 10 Juli.
Lit.: M. Gertz, Knud den helliges martyrhistorie saelig after de tre aeldste Kilder (Kobenhavn 1907); D. Steidl, K. den Heilige (Kobenhavn 1918).
Knoet VI (1163-12 Nov. 1202), zoon van Waldemar de Grote, regeerde van 1182-1202. Hij bevrijdde zich van de leenhoogheid van keizer Frederik Barbarossa, onderwierp de hertogen van Mecklenburg en Pommeren en noemde zich Koning der Denen en Slaven.