(1) gebied ter grootte van 105 500 km2, met 2 226 110 inw., gelegen in het oostelijk deel van de Sovjet-Unie ten W. van het Oeral-gebergte. Het omvat een groot deel van het Wjatka-stroomgebied; het is dicht bebost en bevat uitgestrekte veengebieden.
(2), hoofdstad van het Kirow-gebied, voorheen Chlijnow (tot 1781) en Wjatka geheten, ligt op 58° 40' N.Br. en 49° 33' O.L. v. Gr., aan de linkeroever van de rivier de Wjatka op 425 km ten N.O. van Gorki. De stad (143 180 inw.), op een kruispunt van spoor- en handelswegen uit noordelijke, oostelijke en westelijke richtingen, telt onderscheiden fabrieken en is een cultureel centrum met wetenschappelijke en technische instituten. Kirow bezit een Kreml (uit de 17de eeuw) en vele kerken. In 1181 werd de plaats als kolonie van Nowgorod gesticht. In de Middeleeuwen was het een vorstelijke hoofdstad, die in de 14de en 15de eeuw tweemaal door de Tataren gebrandschat werd. In 1489 kwam de stad in Russisch bezit. Kirow, als Wjatka hoofdstad van het gelijknamige Russische gouvernement, ontving in 1934 deze naam.