(Girin)
(1), één der negen Mandsjoerijse provincies, met een oppervlakte van 90 000 km2 en 5 122 000 inw. Zij ligt in het N.O. van het Chinese gebied en heeft als noordgrens de rivier Soengari, ten Z. van Hei-loeng-kiang, terwijl in het N.O. en O. de Oessoeri (die met de Soengari de Amoer vormt) de provincie scheidt van Oost-Siberië. Ten Z.O. ligt Korea en ten Z. en W. de provincie Liau-ning. Van 1932-1945 had Kirin een veel groter oppervlak, daar het gebied toen één der slechts drie provincies tellende Japanse vazalstaat Mandsjoekwo was (z Mandsjoerije).
(2) (Tanko, Tunki), hoofdstad van de gelijknamige provincie, telt ca 174000 inw. De stad ligt aan de linkeroever van de Soengari en ten O. van Hsinking (Tsjangtsjoen), waarmee zij door een spoorweg verbonden is, die verder naar het O. doorloopt, nl. naar Noord-Korea. In Kirin komen ook andere spoorlijnen, benevens autowegen samen. De industrie, die na 1932 door de Japanners sterk werd bevorderd, omvat o.a. tabaks- en houtnijverheid. In de Soengari ligt een noom lange en 81 m hoge stuwdam, die de electrische energie levert en een zeer grote capaciteit heeft. Tussen 1945 en 1947 werden in de stad vele verwoestingen aangericht; in 1948 maakten de communistische troepen zich van Kirin meester.