Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KIANG-SOE

betekenis & definitie

(Kiang-su; door samentrekking van twee stedennamen, nl. Kiang-ning en Soe-tsjou) is een provincie in midden-China aan en ten N. van de mond van de Jang-tse-kiang in de Gele Zee; zij telt op 108 700 km2 (1947) 36 469 000 inw.

Kiang-soe wordt door vele kanalen en rivieren doorsneden en heeft verschillende meren en moerasgebieden. Alleen in het Z.W. komen heuvels voor. In het N. wordt steenkool gevonden. Het gebied behoort tot de dichtstbevolkte ter wereld en telt enige millioenensteden (Nan-king en Sjanghai) en een groot aantal andere bevolkingscentra, o.a. de hoofdstad Tsjing-kiang, Soe-tsjoe (Lishoei), Soen-kiang, enz. Het Hwai-moeras verdeelt de provincie in een relatief dun bevolkt, agrarisch noordelijk deel en een zeer dicht bevolkt agrarisch en industrieel zuidelijk deel, welke delen verbonden worden door een rij steden langs het Keizerskanaal. Het N. levert tarwe., gierst en vruchten; het Z„ de „tuin van China”, produceert rijst, tarwe, sesamzaad, aardnoten, meloenen, zijde, katoen en heeft een zeer veelzijdige industrie, o.a. metaal, textiel, chemische producten en voedingsmiddelen. Als toegangspoort tot China heeft het gebied vanouds een uitgebreide handel. In het N., bij Hwa-toeng, worden kolen gedolven. Behalve de vele waterwegen heeft Kiang-soe ook spoorwegen, nl. van Sjang-hai naar Nan-king en de verbinding van de moderne haven Hai-tsjou met de Loeng-hai-spoorweg (naar Sjen-si)Tot de Japanse bezetting in 1937 was Kiang-soe het industriële, commerciële en politieke centrum van China. Tijdens de bezetting (tot 1945) werd de industrie nog uitgebreid en na de verovering in de eerste helft van 1949, door de communistische troepen der Chinese Volksregering, werd de verbetering ter hand genomen van kanalen en rivierlopen. Tijdens de verschillende oorlogsperioden werden in vele steden grote verwoestingen aangericht.

Lit.: Huan-Yong Hu, A Geographical Sketch of Kiangsu Province (Geographical Review, Vol. XXXVII, 1947).

< >